Big Tech bedrijven Google, Apple en Meta hebben onze mediasector in hun greep – ze gaan over ons bereik, ons publiek, onze advertenties en onze digitale infrastructuur. En mediaprofessionals moeten hard werken om het vertrouwen van het publiek te blijven verdienen. Hoe zorgen we voor een gezond en betrouwbaar medialandschap? Zijn we niet ‘te laat’ om het tij nog te keren?
Als het aan Dr. Maria Farrell (futurist), Arno Otto (Stichting Nederlandse Datakluis), Esther Hammelburg (onderzoeker), Karlijn Goossen (NPO) en Marc Veeningen (Talpa) ligt niet. Zij praten over mogelijke oplossingen op de Business Day ‘Building a Trusted Media Landscape’ tijdens de Dutch Media Week in Hilversum. Hun boodschap is duidelijk: we moeten nu in actie komen.
Jolien van de Griendt en Merlijn Passier zetten de inzichten uit de sessies op een rijtje.
“Wat zie jij in je hoofd als je over het internet nadenkt?”, vraagt Dr. Maria Farrell in haar openingskeynote aan de zaal. Farrell schreef eerder dit jaar het veelbesproken artikel We need to rewild the internet. “Waarschijnlijk zo’n wereldbol met allemaal van die verbindende lijnen tussen knooppunten.” Dat past wel bij de term die grote bedrijven ons jaren hebben ingeprent: ecosysteem. “Een ecosysteem, dat associeer je met een heel diverse, mooie wereld, met veel flora en fauna, waar alles is wat je maar kunt bedenken.”
Maar volgens Farrell klopt die metafoor niet. “De grote techbedrijven willen graag dat wij het internet zo zien. Maar eigenlijk lijkt het internet op dit moment meer op een theeplantage in China. Het is een monocultuur waar maar één plantenziekte het hele systeem plat kan leggen. En er is sprake van uitbuiting – we betalen allemaal met onze persoonlijke data.
Farrell doelt op het feit dat Google, Apple, Microsoft en Meta bijna het volledige internet in handen hebben. “De mate waarin zij de macht hebben, is niet oké. Iedereen in de media is afhankelijk van ze. Ze hebben de macht over jouw bereik, je publiek, je advertenties. En dit zijn bedrijven die niets geven om democratie of gezonde informatievoorziening. Je kunt niet met ze onderhandelen, je kunt alleen bij ze smeken.”
Maar hoe begin je aan een strijd tegen zulke grootmachten? Volgens Farrell begint het bij verbeeldingskracht. “We kunnen ons niet meer voorstellen hoe het leven zonder Google en Apple eruit zou zien, hoe het zou zijn in een meer diverse digitale wereld.”
Ze spoort de zaal aan. “Bekijk waar jij in jouw werk of vakgebied iets kan doen om een andere keuze te maken. Make change or make space. Als je zelf niet op de barricade wil, omarm dan in ieder geval de initiatieven van mensen die dat wel doen.”
Arno Otto van de Stichting Nederlandse Datakluis is een van de mensen die de strijd aangaat met de grote techbedrijven. Hij werkt met Martijn van Dam (voormalig NPO-bestuurder) aan een ‘digitale kluis’ voor je persoonlijke gegevens. Je kunt daarmee zelf bepalen welke partij wat van je mag weten.
Otto’s aanvalsroute is om eerst met een product te komen dat voor de gebruiker heel simpel is. “Met jouw.id kun je met hetzelfde account bij de sites van veel verschillende Nederlandse media inloggen: de NPO, RTL, Hart van Nederland en Shownieuws doen in ieder geval mee aan onze pilot. Bij zo’n account krijgen mensen meteen een digitale kluis. Vanaf dat moment kunnen we ze enthousiast maken over hoe ze hun persoonlijke data kunnen beheren en beschermen.” De pilot gaat binnenkort van start. “Zo kunnen onze eigen mediabedrijven meer te weten komen over het gedrag van hun gebruikers, mét toestemming.”
En meer te weten komen, dat is hard nodig. Want we hebben in de mediasector eigenlijk helemaal geen goed beeld van wat ons publiek precies wil. “We denken te weten wat ‘nieuwsmijders’ zijn: dat zijn mensen die de traditionele media niet meer vertrouwen en alleen nog hun eigen bronnen volgen”, zegt Marc Veeningen, hoofdredacteur van Hart van Nederland. “Maar dat zijn aannames. We kijken alleen naar de uitersten, terwijl er een groot ‘stil midden’ is. Die mensen kijken om allerlei andere redenen niet meer naar traditionele media.”
“Als we horen dat mensen weinig vertrouwen hebben in de journalistiek, hebben we als makers de neiging om nog meer en harder uit te gaan leggen waarom het zo goed is wat we doen. Maar soms zijn mensen juist afgehaakt omdat ze zich overvoerd voelen of het nieuws niet representatief is voor hun belevingswereld. Dan heeft zo’n uitleg helemaal geen zin.” Aan het woord is Karlijn Goossen, genrecoördinator Journalistiek bij de NPO. Ze werkt met Veeningen aan een plan om een nieuwe, grote klankbordgroep van burgers op te zetten, waar de hele Nederlandse journalistiek gebruik van kan maken. Bij dat plan is een ‘kerngroep van nieuws’ betrokken, met de NPO, NOS, RTL Nieuws, Talpa Network, DPG Media en Mediahuis.
Onderzoeker Esther Hammelburg ziet dat zulke initiatieven hard nodig zijn. “Niet iedereen bepaalt op dezelfde manier wat betrouwbaar is. We moeten als journalisten meer luisteren en niet alleen maar zenden”, zegt ze in het panel Manipulatie, mis- en desinformatie. “We moeten ook andere vragen leren stellen”, vindt ontwerper Julia Janssen. Ze is ambassadeur van Stichting Databescherming Nederland. “In plaats van dat je in het nieuws brengt dat het zo schokkend is dat Andrew Tate heel populair is, zou je je af moeten vragen waarom hij eigenlijk zo’n grote aantrekkingskracht heeft. Wat speelt er bij onze jongens, dat ze er zo gevoelig voor zijn?”
Onze mediasector staat voor pittige uitdagingen: de macht van de Big Tech bedrijven, de strijd om onze persoonlijke data en de zoektocht naar een duurzame relatie met ons publiek. Maar wat op de tweede businessdag van de Dutch Media Week vooral blijft hangen is een gezonde dosis sturm und drang: opkomen voor het goede en samen werken aan een gezond media ecosysteem. Maar dan kunnen we niet achteroverleunen.