15 maart 2021
politiek verkiezingen programma's Business

De mediasector als ondergeschoven kindje in de verkiezingsstrijd

Laatste update: 21 mrt '21 - 20:20

In de aanloop naar de verkiezingen is veel te doen geweest over de rol van media. Desinformatie, trollen, fake news, mediabestedingen van campagneteams. Maar wie z’n stem op 17 maart mede wil laten bepalen aan de hand van de standpunten van de politieke partijen over de media als bedrijfstak, heeft het niet makkelijk. In de partijprogramma’s is maar weinig te vinden over de mediasector. Als het al aan de orde komt, is het onderwerp toch voornamelijk de publieke omroep. Het belang van de sector voor de Nederlandse economie, de democratie en innovatie, komt maar nauwelijks aan bod. Ook niet in de verkiezingsdebatten. Dat is jammer. Voor Nederland.

Villamedia maakte een overzicht van de mediaparagrafen in de programma’s van 14 politieke partijen die in het Kieskompas voorkomen. RadioFreak deed iets soortgelijks. Op basis van de programma’s en doorrekeningen van het Centraal Plan Bureau (CPB) zette de website op een rij wat de 15 partijen uit de Peilingwijzer willen met media en de publieke omroep. Wie in de programma’s op zoek gaat naar visie op gewenste en ongewenste ontwikkelingen in de mediasector, komt maar zeer beperkt aan z’n trekken.

Economisch belang

Zo lezen we in de verkiezingsprogramma’s eigenlijk niets over het economisch belang van de Nederlandse media-industrie. De sector is toch goed voor een slordige 10 miljard euro. Mediabedrijven zijn belangrijk voor de werkgelegenheid. De creatieve industrie (en dat is wat breder dan alleen mediabedrijven) is goed voor 344.000 banen, blijkt uit de Monitor Creatieve Industrie. Samen met ICT is de sector een banenmotor voor de Nederlandse economie. Tussen 2015 en 2018 groeide het aantal banen in de creatieve industrie met 3,4 procent per jaar. Dat is twee keer de gemiddelde jaarlijkse groei van de hele economie.

Het is daarom ook opmerkelijk dat de mediasector vooral een zaak is van het ministerie van OCW en veel minder van Economische Zaken. Afgaande op de inhoud van de verkiezingsprogramma’s is dat wellicht ook wel weer begrijpelijk. De creatieve sector krijgt daarin gewoon geen erkenning als economische factor van belang.

Democratie

De waarde van een gezonde mediasector voor het goed functioneren van de democratie is ook niet echt een thema in de verkiezingsprogramma’s. Eigenlijk weiden alleen D66 en de ChristenUnie daar over uit. De meeste andere partijen doen dit aspect met enkele zinnen af. Vreemd, vindt ook Martijn van Dam van de NPO. In een ingezonden stuk in Trouw zegt hij: “De bescherming van onze democratie tegen de ontwrichtende werking van complottheorieën, desinformatie en online manipulatie is amper een thema in de verkiezingsdebatten in Nederland. Dat wekt verbazing.” En dat is een understatement.

Een betrouwbaar, pluriform en divers media-aanbod is niet vanzelfsprekend. Het staat in het huidige medialandschap onder druk. Dit is onder meer het gevolg van de toegenomen invloed van de grote internationale technologiebedrijven op onze informatievoorziening. Sommige partijen wijzen in hun programma’s terecht op de mogelijke regulering van Big Tech. Wat dat concreet inhoudt, blijft echter onduidelijk.

En dan is er ook nog de rol van de creatieve sector als cement in de samenleving. Het toegankelijk maken van kunst en cultuur is belangrijk voor identiteit en een gevoel van verbondenheid. Naar beide is Nederland nu hard op zoek.

Innovatiekracht

Wat in de verkiezingsprogramma’s helemaal buiten beschouwing blijft, is de waarde die de media-industrie op allerlei vlakken toevoegt. Dat gaat over de grenzen van de eigen sector heen. De mediasector is een broedplaats voor ideeën en loopt voorop in de digitale transformatie. De nieuwe concepten die er worden ontwikkeld, kunnen dienen als katalysator voor innovatie elders. De media en de creatieve sector als geheel dragen daardoor bij aan de innovatie- en concurrentiekracht van bedrijven in andere bedrijfstakken.

Nederland richt zich steeds minder op de productie van fysieke producten, maar juist meer op immateriële zaken als kennis en digitale producten. Er is daardoor steeds meer focus op het vermogen om relevant te zijn en een unieke gebruikerservaring te creëren. Mediabedrijven beschikken over veel kennis over het (media)gedrag van hun gebruikers en over de manier waarop mensen informatie verwerken. En juist hier kan de mediasector bijdragen.

De Nederlandse mediasector krijgt in de verkiezingsprogramma’s niet de aandacht die het verdient. Dat kun je de sector deels zelf aanrekenen. Martijn van Dam roept in zijn ingezonden stuk op tot meer samenwerking. En dat is misschien ook de sleutel. Nederland heeft een uniek media-ecosysteem met publieke en private mediabedrijven. Dit vertegenwoordigt al veel waarde voor de economie, de democratie en innovatie. En met samenwerking valt uit dit ecosysteem nog meer te halen dan tot nu toe gebeurt. Nu alleen nog even de politiek overtuigen.

Eerdere analyses van Bert Kok:

De privacyoorlog tussen Apple en Facebook raakt ook de media

Het tijdperk van de synthetic media: fake of feit?

Het bionische mediabedrijf

De audio-revolutie in media

Hyperautomation in de media-industrie

Wat wil je eerst horen: het goede of het slechte nieuws?

De reclameboodschap van de coronacrisis

Never waste a good crisis