Bij immersieve journalistiek gaat het erom dat de nieuwsgebruiker het idee heeft daadwerkelijk aanwezig te zijn bij de nieuws gebeurtenis. Maar wat bepaalt dan de mate van immersiviteit? En zorgt dit ook ervoor dat een verhaal beter blijft hangen? Onderzoekers, studenten en journalisten van het JournalismLab (J-Lab), van de Hogeschool Utrecht, deden twee jaar onderzoek naar immersieve journalistiek.
Aan de hand van een uitgebreide wetenschappelijke literatuurstudie op het gebied van nieuwe immersieve technologieën heeft J-Lab een model geconstrueerd voor immersieve journalistiek.
In het model staat welke drie kernelementen invloed hebben op de emotionele betrokkenheid van de gebruiker.
Deze ingrediënten zouden moeten zorgen voor meer betrokkenheid. De vervolgstap was dat het J-Lab ging analyseren hoe immersief de immersive producties van journalisten zijn. Hiervoor analyseerden zij 190 producties uit veertien landen. Ook zijn er 15 interviews afgenomen met makers.
Na aanleiding van de analyse van 190 immersieve producties heeft J-Lab een typologie van immersieve journalistiek ontwikkeld. Alle producties zijn langs twee assen geplot: de mate van inclusiviteit en de mate van interactie. Hieruit volgden vier typen van immersieve journalistiek.
1. Observing a location – lage inclusiviteit, lage interactie (58%)
Voorbeelden: Solar Eclipse in 360 (NYT) en Scenes outside the Bataclan (BBC)
Het grootste deel van immersieve producties vereist geen vooruitstrevende devices, maar kan bekeken worden op bijvoorbeeld een laptop of smartphone. Deze producties zijn toegankelijk voor een groot publiek. Het publiek observeert in plaats van dat het deelneemt in het verhaal.
2. Observing a story – hoge inclusiviteit, lage interactie (28%)
Voorbeeld: Kiya (Emblematic Group)
Dit is het type producties dat weinig interactiemogelijkheden heeft, behalve rondkijken in 360-graden met een VR-bril. De gebruiker heeft geen invloed op het verhaal, maar observeert. Je bent toeschouwer, maar wel in een andere wereld. Het doel van dit soort producties is vaak om impact te creëren.
3. Exploring a story – lage inclusiviteit, hoge interactie (7%)
Voorbeeld: Beleef de Nachtwacht (NTR en Rijksmuseum)
Bij dit type producties heb je geen vooruitstrevende devices nodig. Wel zijn deze producties interactief en bepaalt het publiek welk pad hij bewandelt. Het zijn vaak producties waar het publiek een locatie of verhaal kan ontdekken, waar het publiek zelf niet kan komen.
4. Participating a story – hoge inclusiviteit, hoge interactie (7%)
Voorbeeld: De verwarde man (KRO-NCRV)
Je kijkt niet al toeschouwer naar het verhaal, je bent zelf de persoon die het ervaart. Ook moet je wat handelingen doen om het verhaal door te laten gaan. Hiervoor is een advanced device nodig.
Het J-Lab deed vier experimenten waaraan 340 mensen deelnamen. Zo is er een experiment uitgevoerd met de productie van De verwarde man. Wat als je de interactie uit de productie haalt? En wat is het gevolg van participant of toeschouwer zijn?
En wat blijkt:
“Immersieve journalistiek is meer dan alleen de technologie. De mate van participatie in het verhaal maakt een verschil, dat zorgt voor meer emotionele betrokkenheid”
– Lector Kwaliteitsjournalistiek Yael de Haan.
Als je je in een virtuele wereld aanwezig voelt, dan ben je ook emotioneel betrokken bij het verhaal. Als er interactie elementen zijn en de gebruiker participant is in plaats van toeschouwer, dan voelt de gebruiker zich meer betrokken bij het verhaal. Ook kon het J-Lab concluderen dat emotionele betrokkenheid betekent dat er meer begrip is voor het verhaal. Uit de experimenten bleek dat VR-technologie alleen niet leidt tot meer emotionele betrokkenheid.
Volgens Yael de Haan is het opvallend dat 86% van de geanalyseerde immersieve producties een lage interactie heeft. Als je de vier typen van immersieve journalistiek bekijkt zijn dat: observing a location (58%) en observing a story (28%). Terwijl interactie dus een belangrijk element is voor emotionele betrokkenheid en meer begrip voor het verhaal.
Dit zijn mooie uitgangspunten om in je achterhoofd te houden bij een volgende immersive productie.