Onlangs presenteerden de vijf grote Nederlandse mediabedrijven een plan voor een nieuwe manier om met onze persoonlijke data om te gaan: de datakluis. Volgens hen is dat hét antwoord op de vraag naar meer controle over onze digitale levens. Leuke bijkomstigheid is dat het de mediabedrijven in staat stelt de strijd aan te binden met de grote techbedrijven die de afgelopen jaren een grote machtspositie hebben opgebouwd. Maar wat betekent de datakluis voor de media en hoe gaat het onze digitale wereld veranderen? En hoe realistisch is het plan eigenlijk?
Een achtergrondartikel over de datakluis of ‘data pod’ is onmogelijk zonder de naam te noemen van Tim Berners-Lee, de bedenker en grondlegger van het world wide web. Hij heeft de interessante gewoonte om met ideeën te komen die in het begin best moeilijk zijn uit te leggen. Maar ze blijven vaak moeilijk te begrijpen, zelfs naarmate ze meer zijn uitgewerkt en geïmplementeerd.
Een voorbeeld hiervan is RDF, het Resource Description Framework, de standaard die Berners-Lee bedacht voor het voorstellen en uitwisselen van data. Developers snapten dit concept aanvankelijk niet zo goed, maar het leidde uiteindelijk wel tot de graph database, die onder meer Facebook gebruikt.
Brede adoptie van dit soort ideeën kan dus jaren duren zoals RDF heeft bewezen. In het begin zijn er maar enkele die-hard fans die de uitvindingen van Berners-Lee zien als het beste sinds gesneden brood. En dan – schijnbaar van de ene op de andere dag – zijn de ideeën zo algemeen geaccepteerd dat niemand eraan twijfelde dat ze onvermijdelijk waren. Zelfs als veel mensen nog steeds moeite hebben om ze uit te leggen.
Misschien geldt dat ook wel voor de data pod, het idee waarmee Berners-Lee een aantal jaren geleden op de proppen kwam. Data-nerd als hij is, vindt Berners-Lee het al heel lang leuk om nieuwe manieren te bedenken om meer te doen met de datapunten uit zijn leven. Lang voordat digitale foto’s standaard van GPS-gegevens werden voorzien, schreef hij al zijn eigen software om de kiekjes die hij tijdens een skitocht maakte, op een kaart te plaatsen. Naarmate hij meer nuttige dingen ging doen met zijn eigen data, wilde hij ook dat meer mensen die mogelijkheid kregen. Maar nog belangrijker, Berners-Lee maakte zich ook grote zorgen over de macht van de grote techbedrijven en de invloed van desinformatie.
De directe aanleiding waren voor Berners-Lee de Amerikaanse presidentsverkiezingen in 2016 en het referendum over de Brexit. Volgens hem stemden mensen door desinformatie toen voor dingen die niet in hun belang waren. De persoonlijke data van internetgebruikers die voor 92% in handen is van Amerikaanse techbedrijven, wordt immers gebruikt om algoritmen te voeden die content voorschotelen. Verkeerd geprogrammeerde algoritmen veroorzaken filterbubbels en werken polarisatie in de hand.
Om deze trend te doorbreken, kwam Berners-Lee met het idee van de data pod wat leidde tot het Solid-project. Het kernidee: in plaats van je persoonlijke gegevens over het hele web te verspreiden en te laten bewaren door de partijen die ze van je hebben verzameld, moeten ze allemaal op één plaats en onder jouw controle worden opgeslagen. Die plekken heten Pods, een afkorting voor ‘Personal Online Data Stores’. Daarmee is het mogelijk om elke website toegang te geven tot de informatie in een Pod, of – net zo gemakkelijk – die toegang weer in te trekken. In feite helpt Solid IT-leveranciers data los te koppelen van hun applicatie. Zo houden gebruikers altijd de controle en kunnen zij verschillende applicaties toegang geven tot dezelfde databron.
Hieronder een video over de werking van Solid.
Omdat de Pod alle soorten data kan opslaan, zijn de potentiële toepassingen net zo uitgebreid als het web zelf. In België bijvoorbeeld, heeft de Vlaamse regering besloten Pods tot basis te maken van de gehele digitale economie van de regio. Daarvoor komt er een Vlaams Datanutsbedrijf. En in oktober begon de BBC Pods te gebruiken voor z’n ‘watch party‘. Daarmee kunnen kijkers toegang geven tot meer gegevens over zichzelf, waardoor de BBC betere en relevantere contentaanbevelingen kan doen.
Afgaande op de vele initiatieven rond Solid in de wereld, lijkt de persoonlijke datakluis de wind in de rug te hebben. Toch laat massale adoptie nog op zich wachten. Dit terwijl de data pod bij uitstek een instrument is om iets te doen aan de macht van Big Tech, waarover zovelen zich al jaren zorgen maken. Wie beschikt over de gebruikersdata, kan de markt overheersen. En dat doen bedrijven als Meta, Google, Apple en Amazon. Onder meer in de advertentiemarkt, waar uitgevers hun marktaandeel in digitale advertenties de afgelopen jaren fors zagen teruglopen. Inmiddels is zo’n 80% van de digitale advertentiemarkt in handen van de grote techbedrijven.
Die macht van Big Tech was een van de redenen voor de Nederlandse mediasector om de handen ineen te slaan en in oktober vorig jaar te komen met een gezamenlijke innovatieagenda. Centrale punt in die agenda is de persoonlijke datakluis. De mediabedrijven die lid zijn van van de Industrietafel, publiek en privaat, hebben het niet bij woorden gelaten. In dezelfde maand nog werd de stichting Nederlandse Datakluis opgericht om aan de totstandkoming van de Nederlandse versie van de data pod te gaan werken.
Martijn van Dam, afkomstig van de NPO, en Arno Otto van Talpa Network trekken de kar. Voor de NPO staat het onderwerp van data en privacy al geruime tijd op de agenda. Dat geldt ook zeker voor Arno Otto. Hij was al tijdens zijn periode bij RTL, tussen 2009 en 2016, gecharmeerd van het idee van persoonlijk databeheer. Otto werd met RTL lid van de Qiy Foundation, een Brabantse stichting die in Europa ver was met ideeën voor persoonlijk datamanagement. Qiy is nu ook een van de partners van de Stichting Nederlandse Datakluis.
De mediabedrijven zeggen dat hun belangrijkste doel met de datakluis is om de macht terug te geven aan de gebruiker. Tegelijkertijd is er voor hen uiteraard ook een commercieel motief. Het idee is dat met de realisatie van de datakluis de mediabedrijven weer een groter stuk van de advertentiemarkt in handen krijgen. Maar de datakluis is zeker niet alleen een defensieve zet. Er ontstaat meer ruimte voor innovatie bij de lokale partijen, denken de mediabedrijven. De verwachting is ook dat er startups ontstaan die nieuwe, innovatieve diensten gaan bouwen op basis van de datakluis.
Het potentieel lijkt groot, zeker in de mediasector. Als Nederlandse mediabedrijven zich allemaal aan de standaard van de datakluis conformeren, zou er bijvoorbeeld één login kunnen komen voor al hun platformen. Personalisatie wordt ook een stuk makkelijker en er zouden betere en meer relevante contentaanbevelingen kunnen komen. Het zou ook goed zijn voor het verdienvermogen van de Nederlandse journalistiek en contentcreatie. Dat is geen onlogische gedachte.
Maar het gaat verder dan alleen de mediasector. De initiatiefnemers zien een nationale data-infrastructuur voor zich naar het voorbeeld van Vlaanderen, die niet alleen voor de betrokken mediabedrijven relevant kan zijn. Die kan ook voor veel meer sectoren die persoonsgegevens verwerken belangrijk zijn. Nu de grote mediabedrijven zich er direct achter scharen, krijgt de datakluis meteen de schaal die het ook voor andere partijen interessant maakt.
Volgens de initiatiefnemers moeten ook de maatschappelijke effecten van invoering van de datakluis niet worden onderschat. De digitale veiligheid van de burger gaat bijvoorbeeld omhoog, er ontstaat een groter vertrouwen in merken en er ontstaan nieuwe onderzoekslijnen voor de wetenschap.
Er zijn voor- en tegenstanders van de datakluis. De tegenstanders schetsen doemscenario’s, zoals jurist Heleen Janssen. Volgens haar lossen commerciële datakluizen de problemen met Big Tech niet op. “Het commercieel belang staat zodanig voorop, dat het de vraag is of gebruikers erbij gebaat zijn”, aldus Janssen. Anderen, zoals journalist Peter Olsthoorn, geven de datakluis voorlopig het voordeel van de twijfel. Olsthoorn houdt het databeheer liever in eigen hand dan dat het is ondergebracht bij Meta en TikTok.
Het valt moeilijk te ontkennen dat er een spanningsveld is tussen de maatschappelijke noodzaak en business. Martijn van Dam daarover: “Maatschappelijk is het terugbrengen van de werkelijke controle bij burgers en consumenten zeker wenselijk, maar de vraag is nog of we dit in een goed en voor alle partijen prettig verdienmodel kunnen gieten.” Dat is zeker een van uitdagingen voor de Stichting Nederlandse Datakluis.
Er zijn er meer. Zo is er de kwestie van de schaalgrootte. Tot nu toe is er in de wereld nog geen enkel initiatief met Solid of andere vormen van datakluizen met echte maatschappelijke of economische impact. Nederland zou daarin de eerste zijn. Toch is het zeker gezien de voortrekkersrol die Nederland speelt in de internationale media-industrie, zeker niet onmogelijk. Media zijn een belangrijke trekker van innovatie en adoptie van nieuwe technologieën en toepassingen.
Geld speelt – zoals bij veel dingen – ongetwijfeld ook een rol bij de haalbaarheid. De vijf mediabedrijven, die een gezamenlijke omzet hebben van zo’n 3,5 miljard in Nederland, hebben de mensen en middelen om dit initiatief van de grond te tillen. De Stichting Nederlandse Datakluis doet ook een een subsidieaanvraag bij het Nationaal Groeifonds. De tientallen miljoenen die dat kan opleveren, kan de datakluis een serieus duwtje in de rug geven. Een duwtje dat in dit geval net wel eens het verschil kan maken.
Media Perspectives organiseert op maandag 13 februari het Cross Media Café – Nederlandse Datakluis: laat data voor jou werken. Hier zal het team van Stichting Nederlandse Datakluis de plannen presenteren en praten we over de rol van decentrale dataopslag en de bestaande initiatieven in binnen- en buitenland. Meld je hier aan!