De laatste sessie gaat dagvoorzitter Rens de Jong met enkele grote namen in de mediawereld in gesprek. Aan de hand van een hoop juiste vragen haalt Rens het optimale uit de sprekers wat een hoop mooie verhalen hefet voortgebracht. Met bijdragen van Jeroen Wijering (JW Player), Gert Ysebaert (Mediahuis), Arjen Lubach (schrijver, cabaretier, presentator).
Al tien jaar zorgt Jeroen Wijering ervoor dat we op internet video kunnen kijken. Terwijl hij nog op school zat, ontwikkelde hij zelf een videoplayer, waarmee hij veel succes had. Zijn JW Player werd onder andere gebruikt door YouTube. Hoewel hij daarvan niet bepaald rijk werd (YouTube betaalde een klein bedrag voor het gebruik van zijn player), groeide zijn bedrijf als kool. In zijn bijdrage wees Wijering erop, dat een groot internationaal platform als YouTube niet alleen maar een bedreiging is voor de Nederlandse mediasector. Het kan ook een springplank zijn voor Nederlandse makers, een manier om het publiek te bereiken en naar de eigen portalen te trekken en zo meer inkomsten te genereren. Je zou bijvoorbeeld korte content op YouTube, Facebook of een ander groot platform kunnen zetten, waarna geïnteresseerde consumenten langere content op je eigen website kunnen vinden. Je content op Facebook is dan een soort etalage in de Kalverstraat, waarna de klant net om de hoek de winkel kan bezoeken. JW Player levert daar de techniek voor. Het bedrijf maakt inmiddels niet alleen videoplayers, maar zit ook in Artificial Intelligence, spraakherkenning en ga zo maar door. De technologie moet iets toevoegen aan het redactionele proces, bijvoorbeeld door spraak in tekst om te zetten of video door middel van beeldanalyse doorzoekbaar te maken. Wijering wil ook zijn klanten helpen om hun materiaal eenvoudiger te kunnen monteren. Zo kan hij bijvoorbeeld automatisch van ruw materiaal een trailer maken. Zijn bedrijf helpt iedereen die dat wil een miljoenen publiek te bereiken; iedereen kan een zender worden, is zijn devies.
Jeroen Wijering (JW Player) @ MJC from iMMovator on Vimeo.
Het Belgische Mediahuis is in Vlaanderen en Nederland langzaamaan een grote speler geworden, met onder meer tal van dagbladtitels in bezit. Recent is daar de Telegraaf Media Groep bijgekomen, al is een substantieel minderheidsaandeel daarvan in handen van concurrent Talpa van John de Mol. Gert Ysebaert erkende dat hij liever volledig eigenaar van TMG was geworden, maar zei goed te kunnen leven met de huidige situatie. Dat komt onder meer doordat De Mol niet alleen een concurrent is, de twee partijen werken ook samen. Een vorm van netwerkeconomie waarin Ysebaert veel toekomst ziet. Mediahuis heeft, net als de hele sector, last van de grote internationale bedrijven zoals Google en Facebook.Ysebaert is er daarom voorstander van dat de mediabedrijven hier de krachten bundelen: Een groot bereik koppelen aan data. De bedrijven weten inmiddels veel over hun klanten. Door de handen ineen te slaan, zullen ze nog beter in staat zijn om de juiste content op het juiste moment te leveren en inkomsten uit advertenties hier te houden of zelfs terug te halen. “Wij kunnen net zoveel als de grote platforms en bieden een vertrouwde omgeving”, aldus Ysebaert. Dagvoorzitter Rens de Jong wilde weten of de overname van TMG het einde betekent van GeenStijl, waarvan Ysebaert geen fan is. GeenStijl heeft voor hem inderdaad geen prioriteit, antwoordde Ysebaert, maar wat ermee moet gebeuren moet het management van TMG maar besluiten. Rens de Jong opperde dat Mediahuis als meerderheidsaandeelhouder in TMG toch bepaalt wat er gebeurt, maar daar ging Ysebaert niet nader op in. Dat de concernonderdelen op z’n minst gedeeltelijk zelf besluiten wat ze doen, mocht ook blijken uit het feit dat Mediahuistitel NRC Handelsblad uit Blendle is gestapt, terwijl andere titels daaraan blijven deelnemen. Ysebaert sprak zijn waardering uit voor Blendle, maar samenwerking ziet hij toch meer op de advertentiemarkt. Voor TMG ziet hij nog voldoende mogelijkheden om te groeien, hij gelooft volop in de toekomst van kranten.
Gert Ysebaert (Mediahuis) @ MJC from iMMovator on Vimeo.
Arjen Lubach had nooit gedacht dat hij met zijn programma Zondag met Lubach (VPRO) zo’n groot publiek zou bereiken. Toen het programma op 200.000 kijkers zat, dacht hij dat het plafond zo ongeveer bereikt was, maar inmiddels kijkt een miljoen mensen naar hem op tv en er zit nog steeds groei in. Hij heeft ook nog eens 228.000 abonnees op zijn YouTube-kanaal. Voor dat kanaal heeft hij moeten vechten in de omroepwereld: de angst bestond dat het kijkers zou wegsnoepen bij de televisie. Dat blijkt niet het geval, het YouTube-kanaal is juist een toevoeging die (jong) publiek trekt dat geen tv kijkt. Zijn Trump-video “Netherlands second” ging viral en werd door miljoenen mensen over de hele wereld bekeken, dus zou het niet voor de hand liggen om zijn programma alleen nog op YouTube te zetten, wilde Rens de Jong weten. Dat gaat niet, reageerde Lubach. Om het programma te maken, heeft hij een flink budget nodig voor onder meer het aankopen van fragmenten van anderen die hij gebruikt. Dat budget krijgt hij alleen door er een televisieprogramma van te maken. Een vorm waarin hij bijvoorbeeld één los kort item per dag op YouTube zet, is niet haalbaar. Daarvoor is het format te bewerkelijk. Lubach benadrukte dat hij met een heel team werkt, waarin onder andere zes schrijvers zitten voor de grappen. Wat zou hij doen als hij de baas van de NPO was, vroeg Rens de Jong. Nieuwe media omarmen, zei Lubach. Tim Hofman (BNN-VARA) laat zien dat het kan, met onder meer zijn succesvolle YouTube-kanaal #BOOS.
Arjan Lubach (Zondag met Lubach) @ MJC from iMMovator on Vimeo.