9 maart 2017
cross media cafe Business Content

Cross Media Café – Uit het Lab: Mad scientists van de media-industrie gunnen blik in laboratoria (Deel 1)

Kennisinstellingen en mediabedrijven hebben hun eigen medialabs waar teams experimenteren met de techniek van morgen. Tijdens Cross Media Café Uit het Lab op 7 maart jl. in Beeld en Geluid lieten de uitvinders zien waar ze mee bezig zijn. Met voor de pauze Johan Oomen (Beeld en Geluid), Oana Inel (Dive), Robert Jan Beun (Universiteit Utrecht), Harald Warmelink (NHTV) en Wouter Groot (Medialab Amsterdam). Samensteller en moderator: Monique van Dusseldorp.

Beeld en Geluid voortaan medeorganisator Cross Media Café naast iMMovator

Beeld en Geluid was al lange tijd nauw betrokken bij de organisatie van de Cross Media Cafés, maar is vanaf dit event officieel medeorganisator naast iMMovator. Gastheren Freek van ‘t Ooster van iMMovator en John Leek van Beeld en Geluid lichten de stap kort toe. Om de samenwerking kracht bij te zetten kreeg het evenement een nieuw beeldmerk en een nieuwe huisstijl.

 

Activiteitenagenda

Freek van ’t Ooster over de agenda van iMMovator voor de komende periode:

  • Op 4 april vindt het volgende Cross Media Café plaats over de commerciële kant van online video: CMC Online video & commercie.
  • Het Media Jaarcongres 2017 staat op 29 juni gepland. Noteer deze datum alvast in je agenda.
  • Van 15 tot 18 mei vindt de Media Future Week plaats. Een pressure cooker waarin 120 jonge talenten van 10 onderwijsinstellingen en deelnemers aan het Talent Development Program samenwerken met internationale deskundigen aan concrete projecten. Thema: Design for Storytelling in a post-truth mediaworld. Het programmateam zoekt nog casepartners die graag twee teams van 10 studenten rond dit thema aan het werk willen zetten.
  • Het MediaMatters-programma koppelt startups aan mediabedrijven. Er zijn nog mogelijkheden om deel te nemen.

John Leek met een selectie van events in Beeld en Geluid in de komende maanden.

  • Op 21 april wordt ArtTube Academy georganiseerd. Een succesvol event dat al jaren loopt en waarin je kunt leren hoe je digitale videobronnen kunt gebruiken om kunstvideo’s te maken.
  • Op 25 april geeft Cinemates een masterclass in het kader van de doorlopende Youtube-tentoonstelling in Beeld en Geluid rond het thema Do It Yourself.

Open brief aan formateur

Van ’t Ooster sluit af met de mededeling dat kopstukken uit de mediawereld op maandag 13 maart een open brief sturen aan de formateur over hoe Nederland de digitale creatieve industrie een impuls kan geven in binnen- en buitenland. Wie nog wil aansluiten of suggesties heeft, kan zich melden bij Van ’t Ooster.

Beeld en Geluid helpt zoeken en bladeren in The Mind of the Universe

Het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid zoekt voortdurend naar betere manieren om video doorzoekbaar te maken. Johan Oomen, Manager Research and Development bij het instituut, vertelt over een samenwerking met de VPRO waarbij Beeld en Geluid de nieuwste zoektechnologie inzet. Voor de tiendelige serie The Mind of the Universe portretteert de VPRO dertig wetenschappers die bijzonder wetenschappelijk onderzoek doen. In de Engelstalige serie, gepresenteerd door Robbert Dijkgraaf, geven ze hun visie op de toekomst. Het bijzondere van The Mind of the Universe is dat alle materiaal, alle foto’s, interviews en aanvullende opnamen (B-roll), voor iedereen via de website beschikbaar komen en zonder kosten mogen worden (her)gebruikt. Op de website kan de gebruiker gericht én associatief zoeken en bladeren door het videomateriaal  aan de hand van topics, personen en tags. Oomen laat een voorbeeld zien waarin een video kan worden doorzocht aan de hand van een transcript (speech to text-technologie). Elke regel tekst linkt naar het betreffende videobeeld. Video’s worden automatisch en manueel geannoteerd: videofragmenten krijgen labels die verwijzen naar het behandelde onderwerp (aan de hand van de Unesco Wetenschappelijke Thesaurus). Via een cloud van labels kunnen relevante video’s worden geselecteerd. Zie voor alle lab-projecten: Labs.beeldengeluid.nl. Het materiaal wordt ook gebruikt om Wikipedia-pagina’s te verrijken. Beeld en Geluid werkt nauw samen met Wikipedia voor het beschikbaar stellen van beeldmateriaal. Nu kan Wikipedia alleen nog korte video’s plaatsen, maar de kennissite werkt naar een wiki-model voor video, waarbij video net zo eenvoudig kan worden doorgezocht en ge-edit als tekst.

Bekijk de presentatie van Johan Oomen

Bekijk de Video van Johan Oomen

Zoeken vanuit meerdere perspectieven met Dive van Beeld en Geluid

Onderzoekster Oana Inel presenteert Dive, een project van Beeld en Geluid in samenwerking met de Vrije Universiteit, waarmee je op een nieuwe manier door mediabestanden kan zoeken. Inel houdt zich bezig met de vraag hoe je in het gigantische en snel groeiende aanbod op YouTube, social media en beeldcollecties relevante video kan vinden voor bijvoorbeeld je eigen producties over een onderwerp. De huidige zoekmachines kunnen steeds beter zoeken op objecten (daglicht, lucht, wolken), maar niet op events, zoals historische gebeurtenissen. Machines kunnen die beelden nog niet toewijzen aan events, omdat ze de beelden niet kunnen interpreteren en duiden. Dive zet daarvoor mensen in via crowdsourcing-platforms. Een voorbeeld: bij een video van een Indische militair kunnen mensen aangeven welke tags ze koppelen aan het beeld. Dit levert een veelheid aan menselijke interpretaties op die kan worden gecombineerd met zoeksoftware. Dive wordt nu vooral nog gebruikt om media-archieven in kaart te brengen. Bekijk een demonstratie van Dive. Meer over Dive: labs.beeldengeluid.nl

Bekijk de presentatie van Oana Inel

Bekijk de video van Oana Inel

Einde aan slaapstoornissen met de Sleepcare-app

Ook in de wetenschappelijke wereld worden de mogelijkheden van nieuwe mediatechnologie onderzocht. Robbert Jan Beun, Assistant Professor aan de Universiteit Utrecht (human computer interaction) presenteert Sleepcare, een geautomatiseerde therapeut die slaaptherapie geeft via een mobiele applicatie. Het project is een samenwerking tussen de Universiteit Utrecht, Universiteit Delft, Philips, Stichting Technische Wetenschappen (STW) en het Nationaal Initiatief Hersenen en Cognitie (NIHC). Beun vertelt dat Sleepcare werd ontwikkeld in het kader van een onderzoek naar ‘persuasieve strategieën om therapietrouw te bevorderen’. Want cognitieve gedragstherapie blijkt een bewezen werkzame methode bij insomnia. Maar dan moeten patiënten zich wel houden aan de voorschriften van hun therapeut. Via de app krijgen insomnia-patiënten ‘therapiesessies’ waarin een e-coach de patiënt begeleidt. De coaching bestaat uit een afstemmingsfase waarin e-coach en patiënt samen tot afspraken komen, een tweede fase met oefeningen en een afsluitende evaluerende fase. Beun laat een voorbeeld zien van de eerste fase, waarin de e-coach de suggestie doet om voorlopig slechts vijf uur te slapen, een beproefde eerste stap bij behandeling van insomnia. Mensen met insomnia blijken vaak weerstand te hebben tegen beperking van hun slaaptijd. Via de app kunnen ze aangeven of ze deze tip wel of niet willen opvolgen en eventueel waarom niet. De geautomatiseerde e-coach gaat dan met de patiënt in gesprek en kom via een gemeenschappelijk beslisproces tot een afspraak over de slaapduur. De applicatie bestaat uit twee delen: Talk & Tools. Talk is voor de chat-consulten. Het Tools-deel is voor de ondersteuning en bevat onder meer een slaapdagboek en ontspanningsoefeningen. De app is getest in een testgroep van 150 personen. Het resultaat? De mensen die e-coaching kregen, hadden daar aantoonbaar profijt van. Volgens Beun is de app een serieus alternatief voor een slaappil. De app is nog niet openbaar gemaakt omdat het nog verder ontwikkeld moet worden.

Monique van Dusseldorp vraagt of Sleepcare gebruik maakt van bestaande chatbots. Beun stelt dat alles in eigen ontwikkeling is gemaakt, omdat het team het hele proces tot op detail wil kunnen controleren. Bestaande apps tegen slapeloosheid beoordeelt Beun als ‘onbetrouwbaar’, want deze zijn niet gevalideerd.

De financiering is nog een uitdaging. De onderzoekers willen de app niet gaan aanbieden via de appstores, maar bijvoorbeeld via huisartsen.

Bekijk de presentatie van Robbert Jan Beun

Bekijk de video van Robbert Jan Beun

De zee inrichten met serious gaming van CRADLE (NHTV)

Harald Warmelink is onderzoeker serious & applied gaming bij de Academy for Digital Entertainment (ADE) van NHTV internationaal hoger onderwijs Breda. Hij werkt daar binnen het research & innovation lab CRADLE, waar op dit moment hard wordt gewerkt aan een digitale serious game rondom Maritime Spatial Planning (MSP). MSP, dat vraagt wat introductie: Harald vertelt dat de Noordzee is ingedeeld in stukken die zijn toebedeeld aan de kustlanden. Net als op het land kunnen er op zee bestemmingsgebieden worden aangewezen, zoals beschermde gebieden, vaargeulen en gebieden voor windmolenparken. Dat is een vrij nieuw bestuurskundig fenomeen. Zo’n 15 jaar geleden werd inrichting een topic, toen België een windmolenpark wilde plaatsen in een gebied waar vaarwegen naar Antwerpen lagen. De C02-besparing die de windmolens zouden opleveren, zou teniet worden gedaan door de extra brandstof die de schepen nodig hadden voor de extra mijlen omvaren. Zo ontstond het idee van een serious game waarin beleidsmakers, planners en gebruikers (bijv. vissers) inzicht krijgen in het belang van maritime spatial planning en het planproces. In 2011 startte CRADLE met een game rond een fictieve situatie. Ondertussen is het spel doorontwikkeld met echte data en is het onder meer toepasbaar voor planning van de Noordzee, de Ierse zee en de Baltische zee. Het spel kan gespeeld worden in meerdere varianten, zoals inzicht krijgen in het planningsproces, of: hoe maak je juiste plannen die de geldende waarden en beleid goed vertegenwoordigen? Er is ook een groot bordspel ontwikkeld voor gebruik in trainingssituaties of werkoverleggen. Meer info: www.mspchallenge.org

Bekijk de presentatie van Harald Warmelink

Bekijk de video van Harald Warmelink

Meer profijt uit data met het Medialab Amsterdam

Hoe kunnen interactieve mediabedrijven voordeel halen uit de gebruikersdata die zij via hun apps verzamelen? Met het project Meer Profijt uit Data wil het Medialab Amsterdam daar antwoord op geven. Het Medialab is een lab van de Hogeschool van Amsterdam waar studenten en onderzoekers samenwerken aan interactieve en innovatieve mediaprojecten. Onderzoeker Wouter Groot, CREATE-IT HvA, lectoraat Crossmedia, vertelt meer over het project. Het project startte in 2016 met een onderzoek onder 500 mediabedrijven. Hoe zien zij de rol van data binnen de media

-industrie? Aan de hand van specifieke vragen van bedrijven, onderzoekt het Medialab hoe gebruikers hun apps waarderen en in hoeverre gebruikers bereid zijn om hun data te delen met het mediabedrijf. Met die kennis kan het lab samen met het mediabedrijf bestaande apps verder optimaliseren én nieuwe diensten ontwikkelen. Binnen het lab is ruimte voor experimenten door aanpassingen in de ontwikkelde apps en het meten van het effect ervan op de gebruikerservaring. Het lab doet veel ervaring op in de onderzoeken naar het gebruik van apps in samenwerking met diverse mediabedrijven. Dit moet uiteindelijk leiden tot een stappenplan om de waarde van gebruikersdata te bepalen voor de eigen organisatie en hierna te handelen, een platform voor uitwisseling van metadata, data-uitwisseling en data-analyselogica en zes nieuwe datagedreven businessmodellen gebaseerd. Er zijn nog geen concrete voorbeelden van nieuwe businessmodellen, maar Groot hoopt over een jaar de resultaten te kunnen showen.

Bekijk de presentatie van Wouter Groot

Bekijk de video van Wouter Groot