27 juni 2014
Media Jaarcongres Business Data

Verslag MPJC2014: Data Challenge

We zitten in een zwellende data-storm, nu alles wat we doen vastgelegd wordt. Media bedrijven moeten hun rol in een wereld vol data bepalen. In de ‘Data Challenge’ werd gekeken naar heden en toekomst van big data in de media wereld. Met presentaties van Sander Duivestein (Sogeti), Martin Tirion (Microsoft) en Matt Boggie (NY Times).

Mediapark Jaarcongres 2014 Data Challenge from iMMovator on Vimeo.

Content op maat mediawijs?

Algoritmes bepalen steeds meer wat we doen, wat we zien, wat we horen, stelt trendwatcher Sander Duivestein. Hij is nauw verbonden met Mediawijzer.net en wijst op kansen en verantwoordelijkheden van gebruikers en mediamakers bij ‘content op maat’.

Door digitalisering krijgt het individu steeds meer controle over zijn eigen wereld. Er vindt een verschuiving plaats van centraal naar decentraal, stelt Duivestein. Macht op basis van hiërarchische structuren maakt plaats voor een situatie waarin iedereen – naar keuze – rechtstreeks met iedereen en alles verbonden kan zijn. De oude structuren verdwijnen. Duivestein geeft het voorbeeld van de Amerikaanse standup-comedian Louis CK. Louis CK maakt zeer succesvolle shows en bemerkte dat de hele keten van zijn creativiteit profiteerde, maar dat zijn eigen inkomsten bescheiden bleef. Hij besloot de macht in eigen hand te nemen en zijn eigen shows te filmen en onder meer via YouTube gratis aan te bieden. Hij vroeg de kijker een vrijwillige bijdrage van 5 dollar als ze van zijn show hadden genoten. Louis CK haalde miljoenen binnen, aldus Duivestein. De keten had het nakijken.

Sander Duivestein

Digitaal darwinisme

Bij verschuiving van macht ontstaat de automatische reactie om de macht weer terug te krijgen. Duivestein noemt het digitaal darwinisme. Een middel daarvoor is het verzamelen van data van de consument en het gebruik van algoritmes voor een data-aanbod op maat. Hoe meer bedrijven van iemand weten, hoe meer invloed ze kunnen uitoefenen op wat iemand aan informatie voorgeschoteld krijgt en consumeert. Dat is op zich handig: Netflix biedt kijksuggesties op maat via een gebruikersprofiel. Google interpreteert zoekopdrachten op basis van 140 persoonsgegevens, waardoor elke Google-gebruiker zijn eigen zoekresultaten krijgt. Facebook bepaalt op basis van je gedrag welke informatie ze pushen of weghalen. “Television is watching you”, stelt Duivestein. “We leven in een digitale trechter, een digitale echoput. Maar wil je dat? Is media op maat mediawijs? Weten consumenten waarom ze bepaalde informatie op het scherm krijgen?” En hoe is dat met het selecteren van nieuws? Kan dat via algoritmes of komt er nog een eindredacteur aan te pas? Duivenstein ziet als ideale situatie dat algoritmes en de mens uiteindelijk hand in hand gaan om de consument op een transparante en constructieve manier op maat te bedienen. “Maar dat gaat nog wel even duren.”

Interactie met zaal

Voorafgaand aan de bijdrage van Sander Duivestein zijn stellingen aan de zaal voorgelegd via een interactieve online tool. Deze verrijkt de interactie tussen sprekers/organisatie en de zaal. De tool is geleverd en voor vandaag ingeregeld door Prographics. Moderator Rick Nieman legt de eerste uitslagen voor.

interactie

Stelling 1: Data-analisten zijn binnen vijf jaar bepalend voor het  maken en aanbieden van media. Oordeel zaal: Eens: 23 procent. Oneens: 77 procent.

Sander schat de invloed van de data-analisten – of beter de datascientists – over vijf jaar hoog in: “Ik voorzie dat datascientist één van de meest sexy beroepen wordt.”

Stelling 2: Prijsgeven van privacy is geen enkel probleem als de tegenprestatie maar waardevol is. Mening zaal: Eens: 59 procent. Oneens: 42 procent.

Sander: “Met name jongeren maken zich er niet druk om. Maar het is belangrijk bewust te zijn. Je moet weten waarom je informatie over jezelf geeft en wat ermee gedaan wordt.”

How can we bring the viewer into the experience?

Welke rol speelt technologie in de actuele ontwikkelingen? Martin Tirion, user experience evangelist van Microsoft, vertelt hoe de XBox One aan de actuele vraag van de consument beantwoordt.Tyrion 2

De XBox heeft zich in de loop der jaren heeft ontwikkeld van spelcomputer naar een zeer complete entertainment console. Bij het nadenken over de volgende stap, de XBox One, heeft Microsoft drie ontwikkelingen meegenomen: de wens van de kijker om gezien te worden, second screen en interactie.

Beroemd

Kanalen als YouTube geven iedereen de mogelijkheid om beroemd te worden. Via de XBox kunnen gamers zichzelf filmen terwijl ze spelen en dit ‘uitzenden’ via de Switch box-app aan de rechterkant van het spelscherm. Ze kunnen ook hun resultaten publiceren.

Over second screen: aangesloten op de settop box kan de XBox televisiebeelden combineren met een app op hetzelfde scherm

Tot slot: interactie. Mensen willen meedoen en niet passief achterover leunen. Tirion neemt als voorbeeld de XBox Fitness. De gebruiker kan meedoen met een fitnessprogramma en ziet zichzelf in de box rechts op het scherm. De XBox Kinect registreert welke spieren worden belast en maakt dat zichtbaar. Het fitnessprogramma geeft aanwijzingen voor verbetering.

Technologie verandert omgang met informatie en data fundamenteel

Matt Boggie, Executive Director of Research and Development van The New York Times vertelt hoe technologie de omgang met informatie en data fundamenteel verandert. In het Lab van The New York Times ontwikkelde hij nieuwe producten en services om nieuws en data met de gebruiker te delen.

“Data-driven interactions” en “from content to services” noemt Boggie als twee nieuwe invalshoeken om informatie en data aan te bieden. Want het mediagebruik is de afgelopen jaren ingrijpend veranderd. Consumenten gebruiken meerdere schermen naast elkaar. Mobiele devices domineren: in 2012 vond ruim 50 procent van de totale mediaconsumptie plaats via mobiele telefoon. En er komen nog meer devices bij.

matt boggie

Traditioneel draait het bij mediabedrijven om het consumptie-model. Vanuit dat perspectief zijn alle devices een manier om de consument van informatie te voorzien. “Wij zijn gaan onderzoeken hoe we onze informatie op een andere manier kunnen matchen met de gebruiker.” Uit het onderzoek kwamen nieuwe (ideeën voor) services naar voren, zoals ‘Alerting’, een signaal geven voor een popup bij belangrijk nieuws. ‘Augmentation’, een scherm aan de muur gebruiken om de consument ‘s morgens te informeren over zijn agenda, nieuws, weer en verkeer. Of de consument een waarschuwing geven via mobiele telefoon als hij een restaurant met slechte recensies wil binnenlopen.  ‘Gaming’, bijvoorbeeld mensen online laten meedenken over een uitdaging in de staatsbegroting. ‘Creation’: “Maak je eigen New York Times.”, Communication: “De mogelijkheid bieden om tekst uit artikelen of fragmenten op een heel eenvoudige manier te delen met vrienden via social media of in eigen publicaties. En ‘Guidance’, bijvoorbeeld een kook-app.

Cloud

De nieuwe manier van omgaan met data en informatie vraagt ook om een nieuw bewustzijn hierover. Nieuwe services maken gebruik van persoonlijke gegevens en algoritmes om data op maat aan te bieden. Denk aan de suggestie voor de perfecte date op een dating site of een suggestie voor een film. “Wij willen dit proces transparanter maken. Een gebruiker zou moeten weten waarom hij of zij bepaalde suggesties krijgt. We willen dat mensen zelf kunnen gaan communiceren met het systeem. Dat ze bijvoorbeeld zelf informatie kunnen toevoegen en zo de uitkomsten kunnen beïnvloeden.” Boggie voegt toe dat het daarom belangrijk is dat mensen en techniek een betere relatie krijgen. “De cloud is voor veel mensen iets mysterieus. Dat heeft er ook mee te maken dat mensen niet kunnen zien hoe deze in elkaar steekt.” Hij vergelijkt een mechanisch horloge met een digitaal exemplaar. Bij de mechanische uitvoering is de afstand tussen mens en techniek veel kleiner dan bij de digitale versie. Door het design heb je een beter idee hoe het werkt.

matt boggie zaal

En hoe groot moet die controle op het systeem dan zijn? Boggie maakt een vergelijk met een auto. “Je hoeft niet precies te weten hoe een auto onder de motorkap in elkaar steekt om er toch goed in te kunnen rijden.”

Boggie sluit af met de constatering dat gebruik van algoritmes belangrijk en onvermijdelijk is door de nieuwe vraag naar data en de nieuwe vormen van interactie. Maar het is wel belangrijk dat ze ‘zichtbaar’ worden.