17 december 2015
Technology update Tech

Technology Update: Future of broadcasting according by EBU

Media Park en iMMovator starten in het kader van de Hilversum Media Campus een nieuwe reeks Technology Updates, dicht op de technologische ontwikkelingen voor broadcast en (online) mediabedrijven.

De reeks start op vrijdagochtend 11 december met een overzicht van de strategische ontwikkelingen op technologisch gebied volgens de European Broadcasting Union (EBU). En wie kan die reeks beter inleiden dan Egon Verharen. Egon Verharen is naast manager R&D van NPO ook de voorzitter van de Technical Comittee van de EBU (European Broadcasting Union). In deze iMMovator Technology Update geeft hij een overzicht van de strategische technische vraagstukken waar de Europese TV industrie mee worstelt en wat de EBU daaraan doet in haar technisch programma.  Hieronder in slideshare zijn presentatie. Wil je hier meer over weten, spit dan door de EBU website.

The Media World is Changing
Positie van Nederland 
Strategische thema’s 2016-2017

1. Network IP Production architectures & Cloud-based services
2. Better, more immersive User Experiences: not more pixels, but better pixels

3. Distribution Control “If Content is King, then distribution is King Kong
4. Groei van Over-the-top (OTT) Services
5. Metadata and Personalisering
6. Digital Radio
7. Media Cyber Security
8. Reference infrastructure and collaborative research and development

Bekijk hier de aflevering van de Technology Update met Egon Verharen.

De European Broadcasting Union (EBU) beperkt zich niet tot Europa. EBU is inmiddels wereldwijd de grootste vereniging van publieke mediabedrijven met 73 leden uit 56 landen die gezamenlijk goed zijn voor 913 televisiekanalen, 854 radiokanalen in 96 talen voor een publiek van 1 miljard mensen. De EBU Technical committee bestaat uit 13 gekozen leden met Egon Verharen als voorzitter. De technical committee stippelt de hoofdlijnen uit van technologie en innovatie die nodig is rond productie en distributie van publieke content. Zij organiseren daartoe veel events, conferenties, workshops en webinars en delen kennisdocumenten zoals technical reviews online.  Deze hoofdlijnen worden vastgelegd in het tweejarig Workplan EBU waarin voor iedere hoofdactiviteit ook deelnemende partijen en contactpersonen zijn vastgelegd.

The Media World is Changing

Digitalisering en introductie IP (en IT) verandert de business in meerdere opzichten. Allereerst verandert het mediagedrag van de consument: hij gebruikt/consumeert content anders. Aan de ene kant met veel kleinere schermen en een veel mobieler gebruik. Aan de andere kant steeds grotere schermen tot aan thuisbeamers of schermen die je in de toekomst op de muur schildert of in je raam projecteert. In alle gevallen is er een hang naar immer betere kwaliteit in beeld én in geluid.

Mediabedrijven spelen daar op in, niet zozeer vanwege de technische kwaliteit in zichzelf, maar vanuit het streven naar immersiveness, het besef dat de hogere kwaliteit aantoonbaar leidt tot een betere beleving, hogere betrokkenheid en daarmee hogere retentie van de consument.  Daarom kiest een broadcaster ook nooit voor de goedkoopste middelen en workflows. Een goed content­aanbod start bij de bron en vindt zijn weg via vele omzettingen, kanalen en apparatuur naar de consument. Qua technische kwaliteit is de uitdaging de bron zo goed mogelijk te krijgen, onderweg zo min mogelijk kwaliteit te verliezen en de consument de content te bieden in de best haalbare kwaliteit.

Voor mediabedrijven betekent digitalisering ook de intrede van nieuwe middelen en gereedschappen voor productie en distributie. De transitie van een gesloten traditionele lineaire keten naar een nieuwe all-digital IT & IP-based business is nog volop gaande. En brengt ook nieuwe werkvormen en workflows met zich mee. Nieuwsredacties als NOS richten “story-centric workflows” in gericht op internet publish first, een heel andere dynamiek dan de traditionele deadline van het 8 uur journaal.

Een ander gevolg van de digitalisering is ook dat andere partijen het mediadomein zijn toegetreden. De vroegere mediaketen is geen keten meer, maar een contentweb geworden, waarin partijen meerdere posities naast elkaar innemen. En partijen zijn toegetreden uit sectoren met vaak veel diepere fondsen om consumenten aan zich te binden dan omroepbedrijven kennen. Partijen als Netflix investeren ook in productie van eigen unieke content. Idem voor KPN of Ziggo. Voor mediabedrijven is het belangrijker dan ooit te bepalen hoe ze zich verhouden tot andere partijen. Zeker naarmate fusies en overnames leiden tot een verdere concentratie van spelers. Daarom hamert EBU en de aangesloten publieke omroepen op het belang van “free-to-air”: iedere consument moet vrij toegang kunnen krijgen tot de publiek gemaakte content zonder enig abonnement of enige gatekeeper. Het is goed om te benadrukken dat internet hierin niet voorziet.

Positie van Nederland

Nederland loopt in veel opzichten nog steeds voorop en wordt gezien als gidsland. Dit komt voort uit de relatief fantastische infrastructuur die Nederland kent met een goede traditie van samenwerking in de keten. Al in 2004 werd met de introductie van De Digitale Voorziening een start gemaakt met tapeless workflows in productie, archivering en playout. Ook de Nederlandse consument loopt voorop, consumeert een ruim en divers media-aanbod, kijkt het meest uitgesteld en het meest via andere apparaten dan het “grote scherm”. De jongeren voorop.

Wat in veel publicaties over verschuiving van live naar ondemand wordt onderbelicht is dat er grote verschillen zijn in het soort content dat wordt gekeken. Drama en film verschuift snel naar On Demand. Sport, Live, Nieuws en Opinie wordt veel meer live gekeken. En laat dit nu juist de genres zijn waarin publieke mediabedrijven excelleren. Bij de publieke omroep is dit live aanbod goed voor 30-40% van de programmering.

Strategische thema’s 2016-2017

Wat zijn de strategische thema’s voor audiovisuele en interactieve mediadiensten voor de komende jaren zoals gezien door de EBU? EBU definieert 12 strategische programma’s  en 5 Research & Coordination programma’s. Egon behandelt de 8 hoofdthema’s die met name voor Nederland ook van belang zijn.

THEMA 1: Network IP Production architectures & Cloud-based services

Publieke mediabedrijven zijn steeds op zoek om meer content aan te bieden via nieuwe diensten met meer flexibiliteit voor de consument en voor de omroep en liefs tegen minder kosten. Nieuwe IP en IT-gebaseerde productiemiddelen en architecturen bieden die belofte, maar hebben ook nog veel hordes te nemen. Onafhankelijkheid van leveranciers is daarbij een belangrijk uitgangspunt, omdat in het verleden al is gebleken dat iedere vorm van vendor lock-in dodelijk is voor je platform.

Voor filebased workflow is dit al een heel eind gevorderd, maar live meercamera workflows zijn toch nog een flinke uitdaging. Nu wordt al veel gewerkt met SDI-over-IP, maar de echte uitdaging ligt erin om SDI te verlaten en audio/video direct via de cameralenzen op digitale chips te capturen, direct over NativeIP door te zetten (leidt tot meerdere, parallelle enorme datastromen over fiber-IP) en beeld en audio live te mixen met frame-nauwkeurige overgangen en audio dat “netjes” doorloopt.

VRT heeft daarvoor een eerste resultaat gebouwd en gedemonstreerd op IBC2015.

BBC heeft bij de Commonwealth games 2014 LiveIP voor het eerst in praktijk gebracht in het goed gedocumenteerde project BBC IP Studio: 4K/UltraHD capturing in de stadions, live mixen volledig op afstand in Manchester en London en directe doorgifte voor IP/OTT-distributie. TNO had daarin een bijzonder bijdrage door uitsnedes uit een 4k/UHD-registratie te gebruiken in het zgn Tiled streaming-project.  Het moment begint te naderen dat de full-IP workflows dus in staat zijn de traditionale SDI-workflows te evenaren, ook voor live workflows.

In de filebased workflows is File Based Quality Control een groot issue en volstaan huidige processen niet meer. Handmatig alle bestanden nalopen is simpelweg onmogelijk geworden. Hoe zorg je dat de files goed de opslag ingaan en daarin vindbaar zijn? De kern ligt bij het begin: hoe zorg je ervoor dat alle informatie en alle controles zoveel mogelijk bij de inname (ingest) van materiaal kunt realiseren en hoe kun je die automatiseren? Is de content wat het geacht wordt te zijn? Is het de juiste aflevering? Is het in het juiste formaat? Bevat het geen artefacten? Zijn de metadata op orde? Is het audio goed en synchroon? Zijn er ondertitels en zijn die goed gekoppeld (juiste moment, juiste frames, etc.)? Enz, enz.

THEMA 2: Better, more immersive User Experiences: not more pixels, but better pixels

EBU is niet meegegaan in de wedloop naar hogere resoluties en meer pixels alleen. Van HD naar 4k of 8k levert voor het menselijk oog maar een beperkte kwaliteitsstap, zeker met de huidige schermen en praktijk van kijken/consumeren. De huidige “4K”schermen zijn vooral doorgedrukt vanuit schermfabrikanten en worden aangeduid als UHD1-Phase1, maar leveren weinig winst op. Niet meer pixels, maar betere pixels is de inzet: betere kleuren, meer details, beter verschil licht/donker, soepeler smooth beeld. Dit is waar de echte UltraHD (UHD) experience omdraait volgens EBU.

Daarbij spelen meerdere issues. Allereerst zijn er meerdere aspecten waarmee die better pixels kunnen worden gerealiseerd en voor die aspecten zijn weer meerdere oplossingen/leveranciers. Daarnaast moeten de better pixels overeind blijven in de hele keten van contentproductie tot het afspelen bij de consument. En dan is er ook altijd nog de situatie dat je consumenten niet kunt/wilt dwingen om steeds allerlei nieuwe systemen aan te schaffen (backwards compatibility / installed base aan schermen/settopboxen).

EBU zet in op standaardisatie in wereldwijde samenwerking met andere standaardisatielichamen als ITU, SMPTE, DVB, MPEG, CEA. Om standaardisatie mogelijk te maken is veel voorbereidend werk nodig. Veel onderzoek, veel testen en inmiddels tekent zich ruwweg de roadmap op voor UltraHD. Momenteel wordt de standaard voor UHD1-Phase2 verwacht rond 2017-2018. UHD1-Phase3 (vaak ook aangeduid als UHD2 wordt pas na 2020 verwacht), hoewel NHK (Japan) nog steeds volop inzet om de Olympische Spelen 2020 in Tokyo in hun Super HiVision (“8K” in de volksmond) vast te leggen.

Wat zijn dan de belangrijkste ontwikkelingen op weg naar die better pixels?

  • Kleur: nu is nog een beperkt spectrum in gebruik van wat menselijk oog kan zien. Het goed reproduceren van Ferrarirood geldt als één van de grootste uitdagingen. Recommendation 2020 in UHDTV beschrijft uitbreiding spectrum, maar is nu nog heel uitdagend.
  • Meer beelden per seconde (Higher frame rate) maakt bewegingen veel natuurlijker. Nu zijn er  vaak bewegingsartefacten zoals schokken, vegen, vaagheid in beeld of verdwijnen details. In het verleden was dit al de brongedachte achter interlaced video. Inmiddels is die fase achterhaald en gaat iedereen uit van volledige beelden (progressive). De oplossing tegen deze artefacten is om meer volledige beelden per seconde vastleggen. EBU vervult hierin een hoofdrol als was het maar om naast 60/120 fps ook 50/100 fps tot standaard te maken.
  • Hoog dynamisch bereik (high dynamic range of HDR) maakt het licht veel natuurlijker, zorgt voor meer details zowel in het licht als in het donker. Camera’s bereiken nu 1/6e van wat menselijk oog en het streven is om dat te verdubbelen. Essentieel daarbij is het kunnen weergeven van deze lichtintensiteit of luminantie op de schermen (uitgedrukt in “nits” of candela/m2). Een standaardscherm kan nu ca 100 nits, goede kwaliteit vereist 200-300 nits, maar om de HDR-belofte waar te maken moet de luminantie naar 1000 nits (10x beter dan huidige schermen).  BBC R&D benadrukt in een recente whitepaper dat HDR zich niet beperkt tot UHD-schermen van de toekomst, maar al veel eerder en “display independent” mogelijk is.
  • Bitdiepte: alle bovengenoemde ontwikkelingen vereisen dat gegevens van één pixel kunnen worden vastgelegd en daarmee een opstap van de huidige 8bit naar 10bit, 12 bit en zelfs 14bit
  • Future Audio: een oude wet die niet alleen voor televisie geldt, maar ook voor internet of mobiel: audio is belangrijker dan videokwaliteit. Dus bij beter beeld hoort ook beter geluid en daarvoor spreekt EBU over beyond5.1 of object-based audio. Juist op dit vlak moet nog een standaard worden vastgelegd. Met objectbased audio als voorlopig einddoel: ieder media-object kent in de ruimte zijn eigen audio-beeld. Dit vereist parallel maken van meerdere, apart identificeerbare opnames. Die heel-veel sporenopnames renderen en mixen. En vervolgens zorgen dat dit weer kan worden weergegeven bij de consument in een bioscoopzaal en straks ook thuis.

Meer en beter pixels leiden ook tot exploderende datastreams. Dit vereist ook toepassen van  compressies in productie, in playout, in distributie en weer decoderen voor weergave op het eindscherm. Hiervoor worden Codecs ontwikkeld en getest. Opvolger van de populair H264-encoding is High Efficiency Video Coding (HEVC). Daarmee worden fantastische resultaten geboekt. Benodigde bandbreedte (bits/sec) kan worden gehalveerd, maar door bovenstaande ontwikkelingen ontstaat weer een verviervoudiging van het benodigd aantal bits/sec waardoor hoge kwaliteit video al maar grotere bandbreedte blijft vragen. En naast de “officiële” standaarden zijn er altijd leveranciers die revolutionaire winsten in bandbreedte beloven. EBU legt dat soort technologieën graag op de testbank.

En als het allemaal technologisch op orde is, dan resteert altijd nog het probleem dat niet iedereen van de één op andere dag zijn apparatuur kan vervangen, niet in de keten, maar al helemaal niet bij de consument thuis. Het moet altijd enige tijd nog goed blijven werken ook op oudere schermen en apparaten (backwards compatibility). Er zijn voorbeelden te over van apparatuur die toch niet helemaal doet wat de leverancier beloofd of die niet afdoende is getest buiten het labs. Distributeurs die nog-niet afgeschreven settopboxen moeten vervangen. Of die met veel verschillende boxen werken waarbij er altijd één is die het beeld niet goed blijkt weer te geven. Bij iedere overgang regent het weer klachten dat de beoogde verbetering op de bestaande apparatuur juist leidt tot een slechter beeld.  Een technologie als HDR geldt niet alleen voor het eindscherm, maar moet door de hele keten terug worden doorgevoerd. Dit vereist vervangingsinvesteringen door de hele keten. Implementeren van nieuwe technologie kost gewoon tijd.

Dit onderwerp blijkt de aanwezigen flink bezig te houden en leidt tot een aantal extra inzichten:

  • Er is een constante druk op te versnellen en ontwikkelingen gaan ook sneller. De prestandaardisatie-fase gaat vaak al voorbij aan de formele standaardisatie. Consumentenelektronica zorgt voor constante push, maar soms ook ondoordachte ontwikkelingen (4K beeldschermen zonder bijpassende HDMI-interfaces).
  • In tijdlijnen moet je altijd rekening houden met verschillende tijdlijnen. Formeel start het proces met eisen (commercial requirements). Die vertaal je naar oplossingen en dan naar standaarden (technical specifications). Die moeten hun weg vinden naar producten die door leveranciers in de markt worden aangeboden. En op basis daarvan worden pas operationele diensten gebouwd en vinden hun weg naar apparaten die consumenten daarvoor hebben aangeschaft. Ter illustratie: NPO is in Nederland blij dat dit jaar eindelijk de grote meerderheid van programma’s in HD worden geproduceerd, ruim 10 jaar na introductie van HD.
  • In landen als Japan en Korea schrijft de overheid voor dat in 2020 (bij de olympische spelen) alles in super hi-vision (8k) moet worden vastgelegd. En richt op die doelstelling vervolgens R&D, onderzoek en innovatie in. Die benadering is in Europa en zeker in Nederland volstrekt afwezig, wat ons tot de positie van volger ipv leider maakt.
  • Egon verwacht dat in Europa voor uitzenden in UHD PayTV, Film en Sport over satelliet de voorhoede vormen. BBC en RAI zullen de eerste zijn die echt in UHD gaan uitzenden (rond 2018). Tot die tijd blijft iedereen experimenteren. In Nederland kan het niet over het huidige DVB-T (en laat T2 in ieder geval tot eind 2017 op zich wachten). Voor kabel en satelliet geldt afhankelijkheid van distributeurs en het tempo waarin zij hun settopboxen vervangen. Resteert Over-the-top (OTT), maar daarvoor is de bandbreedte onvoldoende om een uitrol van UHD voor heel Nederland op te baseren.
  • Hogere resolutie is niet overbodig. Op termijn worden schermen voorzien die je met verf op je muren schildert. Ramen worden straks grote schermen waar je toch dichtbij staat.
  • 3D is nog niet dood en wordt nog steeds onderzocht. Maar wel is lering getrokken dat het alleen gaat werken als de weergave natuurgetrouw is en geen apart device (bril) vereist
  • Virtual Reality gaat aan belang winnen als ultieme vorm van personalized immersive media. Mediamakers zijn verhalenvertellers en zoeken de optimale persoonlijke ervaring. Mediabedrijven gaan voor schaal: 17 miljoen Nederlanders moeten het kunnen ervaren. 360gr video is een leuke ervaring, maar biedt geen verhaal, geen context. Het ruimtelijk gevoel is bijzonder, zeker als apparatuur verder verbetert. Arte heeft met Polar Sea een heel mooie documentaire gemaakt, volledig in 360gr. Echte virtual reality vereist meer en dan met name het kunnen interacteren met en sturen in je virtuele omgeving. Als contentmaker, maar ook als consument. In Nederland gaan NTR / VPRO voorop in het experimenteren met VR en staan oa bijzondere productie rond Jheronimus Bosch-jaar 2016 in de steigers.

THEMA 3: Distribution Control “If Content is King, then distribution is King Kong”

Mooie content maken en produceren is één ding, maar het moet zijn weg vinden naar consumenten.  En in het geval van publiek gemaakte content, gemaakt met belastinggelden is nog belangrijker dat die content van en voor alle belastingbetalers beschikbaar is. Zonder belemmeringen van abonnementen of gatekeepers die content en context (zouden) kunnen aanpassen of zelfs blokkeren. “Free-to-air” is daarom voor EBU een belangrijke voorwaarde, ook in moderne distributiesystemen en een hoofdreden voor EBU om in te zetten op DVB-T2x (opvolger huidige DVBT). “Free-to-air” over mobiel/5G zou heel mooi zijn, maar betekent dat je ook zonder SIM-kaart broadcastdiensten over 4G (en straks 5G) netwerken moet kunnen ontvangen. En met name daarover is de EBU in gesprek met de Telecom industrie en providers.

Distribution control gaat traditioneel over afspraken over toekenning, gebruik en bescherming van frequenties en voor EBU dan vooral om het beschermen van het spectrum dat bedoeld is voor doorgifte van broadcastdiensten. Begin december is daarin een belangrijk succes behaald tijdens de World Radio Conference 2015. De volledige broadcastindustrie in Europa en haar zusterorganisaties wereldwijd zijn in verzet gekomen tegen de telecom lobby om een belangrijk deel van het bruikbare spectrum beschikbaar te stellen voor mobiele breedbanddiensten. Tot 2023 blijven de lage banden van de UHF-frequentie (470-694MHz) gereserveerd voor terrestrial broadcast juist vanwege de belangrijke bijdrage die broadcastmedia (televisie en radio) leveren aan onze maatschappij. Daarna volgen nieuwe studies. En ergens tussen 2025 en 2030 wordt een grote shift verwacht over hoe distributie door de ether plaats gaat vinden en zijn er hopelijk goede alternatieven voor “free-to-air”distributie voor iedereen beschikbaar.

Distribution control richt zich ook op vraagstukken als vindbaarheid van publiek geproduceerde content. Time-shifted en on-demand diensten bieden kansen om meer consumenten te bereiken. Deze ontwikkeling maakt ook mogelijk dat nieuwe spelers/platforms als Netflix en Youtube hun diensten aanbieden en concurreren om de “kijktijd” van de consument. Voor EBU blijft echter essentieel dat de door publieke mediabedrijven geproduceerde content van en voor iedere inwoner beschikbaar moet zijn en blijven. En voorkomen dat commerciële partijen vanuit andere belangen andere content kunnen bevoorrechten of publieke content kunnen blokkeren .

THEMA 4: Groei van Over-the-top (OTT) Services

Het publiek gebruikt massaal en parallel allerlei verschillende apparaten om toegang te krijgen tot mediacontent en om mediadiensten te gebruiken. Als publiek mediabedrijf wil je dat consumenten ook zo eenvoudig mogelijk toegang kunnen krijgen tot de aangeboden content, gebruik makend van die mogelijkheden. In de huidige “app”-wereld is een multiscreen ecosysteem ontstaan dat directe impact heeft op keuzes voor publieke mediabedrijven. Keuzes rond distributie-strategie (wat en hoe op welk platform voor wie op welke moment), rond de benodigde achterliggende “back-end” infrastructuur (MultiCDN, HEVC over DVB-DASH) en de ontwikkeling van nieuwe “front-end” interfaces, zowel in ondersteunende technologie/applicaties (HBBTV, 2nd Screen applicaties) als in thema’s als cross platform authenticatie.

Nederland is één groot metropolitan area network, 3 bij 4 milliseconde groot, aldus Egon. Met één groot sternetwerk rond de AMSIX. En voor dat netwerk betalen we in Nederland relatief heel weinig dankzij de slimme afspraken om verkeer uit te wisselen. Dit geldt zeker niet in alle landen en daarom werkt EBU aan ontwikkeling van MultiCDNs.  Maar ook zijn nieuwe protocollen, standaarden en afspraken nodig om te voorkomen dat één partij als Apple, Google of Samsung kan voorschrijven welke codecs wel/niet mogen worden gebruikt en in het verlengde daarvan wie wel/geen toegang krijgt tot de aangeboden content/informatie.

EBU maakt zich sterk voor open platforms, open source ontwikkeling en open standaarden. EBU zet zich in voor regulering om te voorkomen dat andere partijen toegang kunnen blokkeren of bemoeilijken. HBBTV is daarvan een mooi voorbeeld. Deze technologie stelt mediabedrijven in staat om een internetlaag te verbinden aan de broadcastcontent en zo aanvullende diensten te bieden op hetzelfde scherm als de uitzending. Sommige distributeurs blokkeerde deze functie omdat HBBTV diensten mogelijk maakte die mogelijk zouden botsen met het eigen platform van commerciële diensten. Publieke omroepen hebben bepleit dat HBBTV een essentieel onderdeel vormen van de publieke uitzending en dus niet mochten worden geblokkeerd. In Nederland is dit niet gehonoreerd in tegenstelling tot Denemarken, Frankrijk en Zwitserland. NPO support daarom nu de nieuwe HBBTV-versie die independent application discovery mogelijk maakt.

THEMA 5: Metadata and Personalisering

Data is de nieuwe olie, big data de basis voor het veel beter en op maat kunnen bedienen van klanten. En het is voor publieke mediabedrijven een waardevolle bron van nieuwe dienstverlening en om vindbaar te zijn voor consumenten. De focus ligt dan al snel op nieuwe diensten als personalisering en aanbevelingen. Maar in feite vormen metadata al jaren het smeermiddel waar de sector op draait, zeker in de digitale workflows van productie, archivering, publicatie en distributie.

Metadata zijn essentieel voor vindbaar zijn en goed ontsluiten van content, maar ook voor het doorgeven van de juiste informatie voor volgende schakels in de keten naar het publiek. Technische metadata, beschrijvende metadata, maar ook verbindende data voor synchronisatie van audio/video of het koppelen van ondertitelbestanden.

EBU assisteert de publieke mediabedrijven door het uitwerken en aanreiken van conceptuele en procesmodellen, het inrichten van Media Information Managemement (MIM), het vindbaar maken van content bijv door het doorzoeken van ondertitels, audioherkenning en semantisch modelleren van de content.

En nu wordt ook prioriteit gegeven aan systemen waarin data over gebruik en over gebruikers kan worden verbonden, die aanbevelingen kunnen genereren en kunnen leiden tot anders programmeren van content. EBU heeft daar het open source, volledig cloudbased EBU RecSys voor ingericht en zal hier komende jaren op verder ontwikkelen met haar leden en partners.

THEMA 6: Digital Radio

Radio is al jaren een mooie stabiele dienst die uitstekend past bij publieke mediabedrijven. Onterecht wordt deze vaak ondergesneeuwd, want ook deze wereld is verre van statisch. AM en FM zijn resp worden op afzienbare termijn afgeschakeld. Er ontwikkelen zich nieuw vormen van digitaal uitzenden. Radio is bij uitstek een mobiele dienst en EBU maakt zich sterk dat in ieder mobiel apparaat een DAB-chip voor ontvangst wordt ingebouwd. Maar ook wordt volop ontwikkeld aan meer hybride vormen van radio, waarbij je als publiek eenvoudiger kunt interacteren met radio of bij een live verslag statistieken in beeld verschijnen op je DAB-schermen.

THEMA 7:  Media Cyber Security

Mediabedrijven zien op dagelijkse basis ook de keerzijde van de digitale revolutie. De toenemende frequentie en impact van digitale aanvallen is aan de orde van de dag. Maar het is echt op de agenda terecht gekomen na de verstoring bij TV5Monde. Een simpele hack via een trojan horse in een email zorgde ervoor dat de uitzendingen plat lagen en de websites op zwart. Daarvoor lag de nadruk van beveiligingsbeleid voornamelijk op fysieke en elektronische beveiliging.

Tot op heden wordt er terughoudend over gecommuniceerd, maar cyberaanvallen zijn de praktijk van alledag. De IT/IP-gebaseerde systemen maken kwetsbaar, maar de werkwijzes in de media met veel uitwisseling op afstand, vanuit thuis of onderweg toegang bieden tot systemen/processen verergeren de kwetsbaarheid voor nalatigheid door gebruikers, door leveranciers, door partners en zeker ook door de publieke mediabedrijven zelf. Dit zal komende jaren hoog op de agenda’s staan van ieder mediabedrijf en de kennis erover is nog relatief beperkt binnen de sector.

THEMA 8: Reference infrastructure and collaborative research and development

Met alle bovenstaande programma’s en thema’s werkt EBU (samen met SMPTE en VSF) aan een soort referentie-architectuur hoe je systemen kunt bouwen op basis van “best of breed” componenten die de voordelen van de IT/IP-infrastructuren ten volle benutten zonder afhankelijk te worden van individuele leveranciers, platforms of technologie. Voor welke onderdelen zijn welke producten beschikbaar en het beste geschikt? Welke standaarden waar toepassen? Welke belangrijke standaardisaties kun en wil je nog bereiken en met wie moet je daarover overleg voeren.

EBU realiseert zich dat noch EBU noch de individuele leden dit kunnen realiseren. Binnen EBU hebben eigenlijk alleen BBC, RAI en IRT nog echt eigen R&D afdelingen. Vanuit EBU worden er met grote regelmaat events georganiseerd om resultaten te delen. Maar ook Hacketons als RadioHack en Open source meetups. (Informatie is te vinden op de site van EBU Inputs & Outputs).

Bij NPO R&D werken 4 mensen die voornamelijk druk zijn met coördinatie en aansturen van projecten die met andere omroepen en door derden worden gedaan. Er wordt veel samengewerkt en kennisuitwisseling is een must om verder te komen. Mede door bezuinigingen is de situatie gegroeid dat Azië de belangrijkste leverancier is van technologie, Noord-Amerika die van content.

De rol van Europa? Die ziet Egon vooral in het vertalen van research naar diensten: development, engineering van nieuwe (mobiele?) mediadiensten en die vertalen naar welke infrastructuur daarvoor nodig is. En daarbij is grote behoefte aan toeleverende bedrijven die daaraan een bijdrage kunnen levereren.  Rond de content-mediabedrijven is een hele industrie van startups en kleinere bedrijven ontstaan met wie wordt samengewerkt. Partijen als iMMovator vervullen daarvoor in Nederland een belangrijke rol.

 

Volledige video van de Technology Update met Egon Verharen.

Technology Update met Egon Verharen: The Future of Broadcast according to EBU from iMMovator on Vimeo.

Slides:

Egon Verharen (NPO) @ Technology Update strategische issues EBU from iMMovator