Sessie 2: Video is Data
Online video heeft de toekomst. In deze sessie gaan experts in op het onderwerp (Live) video en welke nieuwe toepassingen daarin mogelijk zijn. Onderwerpen als IP, Live videojournalistiek, AR, VR, en radactionele oplossingen komen in dit deel aan bod. Met bijdragen van David Mühle en Michael Underhill (Ooyala), Deborah Acosta (New York Times), Ralf van Vegten (NEP),Taco Ketelaar (DFFRNT Media) en Erik van Heeswijk (Cleverlions).
Prominenten uit de mediawereld geven een reactie op deze vraag.
Volgens databedrijf Ooyala heeft digitale live video de toekomst. David Mühle, Regional Director Northern Europe, en Michael Underhill, Strategic Media consultant, lichten dit toe. Ten eerste laten trendvoorspellingen zien dat live in 2021 15 maal groter zal zijn dan nu. Daarnaast biedt live over IP veel mogelijkheden: meer mogelijkheden voor social engagement via de sociale platforms; meer mogelijkheden om je content te monetizen door betere targeting; je kunt met weinig technische middelen (mobiele telefoon) en dus weinig kosten direct live gaan; dankzij automatische tagging kun je je live content direct geschikt maken voor VOD en live zorgt traditioneel voor een grotere betrokkenheid van de kijker.
Underhill geeft aan dat live kan worden versterkt met social media. In Australië gebruikt een partij social media om live extra content te bieden, zoals extra cameraposities en commentaren van de presentator op beslissingen van de scheidsrechter.
David Mühle en Michael Underhill (Ooyala) @MJC from iMMovator on Vimeo.
New York Times doet live onderzoeksjournalistiek
Videojournalist Deborah Acosta van de New York Times is overgevlogen om te vertellen over een innovatieve manier van live videojournalistiek. Ze start met een video waarin ze een dia op straat vindt. Het blijkt een eerste dia te zijn uit een spoor van dia’s. Met toestemming van haar eindredacteur volgt ze de plaatjes, doorzoekt ze de vuilnisbak waar het spoor eindigt en gaat ze op zoek naar de eigenaar. Kijkers/lezers kunnen live commentaar geven of suggesties doen. Hun berichten zijn zichtbaar naast het beeld. Mede door hun tips wordt de eigenaar gevonden en de reden van weggooien achterhaald.
Deze manier van journalistiek bedrijven is ‘pretty powerful’ stelt Acosta. Ze laat ook zien hoe ze samen met de transgender Kathlyn Jenner, die in de VS veel weerstand oproept, een groep mensen bezoekt die Jenner aanvankelijk niet zien zitten, maar uiteindelijk omarmen. Acosta vertelt hoe deze mooie bubbel direct werd doorgeprikt toen ze live ging en de kijkers/lezers vernietigend reageerden. “Dit maakt het verhaal realistisch. Dit zijn de verschillende perspectieven op het verhaal.”
Deze manier van filmen is eenvoudig en direct. Geïnterviewden krijgen de ruimte om hun verhaal te doen, unedited en unscripted. Ze gaf daarvan twee voorbeelden: een met een jongen die een schietpartij had overleefd en een Ecuadoriaanse vrouw zonder papieren die uren in rijen staat om papieren voor haar Amerikaanse kind te regelen uit angst voor deportatie. Volgens Acosta zijn mensen eerder bereid om mee te werken.
Deborah Acosta (New York Times) @ MJC from iMMovator on Vimeo.
NEP is specialist in augmented reality voor televisie. CIO Ralf van Vegten vertelt hoe NEP al langer het idee had om een extra laag toe te voegen aan bijvoorbeeld quizprogramma’s of om augemented studiosets aan te bieden. Maar de techniek was nog niet toereikend. In 2016 kwam een crossover van de techniek vanuit gaming engines naar broadcast. De rendercapaciteit was te combineren met sdi-video en de beelden waren realistisch genoeg door gebruik van schaduw en reflecties.
Van Vegten laat een voorbeeld zien van een quiz waarbij de vragen worden ondersteund met augemented beelden. Bij een vraag over haaien komen vier haaien binnenzwemmen. NEP maakt ook complete AR-studiosets. Voor Van Vegten is augemented reality geen gimmick, maar biedt het serieuze financiële en operationele voordelen. “Met AR kun je je studio maximaal gebruiken. Er is geen tijd meer nodig voor op- en afbouw. Je hebt geen opslag- en transportkosten en je kunt de set makkelijk repliceren bijvoorbeeld voor gebruik in het buitenland. Zo kun je ook controle houden over je format.” Er zijn ook grote creatieve voordelen. “In een kleine studio kun je een gigantische ruimte creëren en andersom, sets zijn heel makkelijk te wisselen, je kunt extra virtuele schermen in de set plaatsen en daar aanvullende beelden of data op vertonen en je kunt interacteren met virtuele objecten.” Van Vegten laat dit live zien. Met AR zijn er ook vele nieuwe formats te bedenken.
Op dit moment is NEP bezig met ReLive. Zodra live content herhaald wordt, worden er relevante beelden aan toegevoegd of wordt het beeld gepersonaliseerd. Per regio kan bijvoorbeeld een unieke stream opgenomen worden. NEP maakt onder meer Formule 1 van Ziggo.
Ralf van Vegten (NEP The Netherlands) @ MJC from iMMovator on Vimeo.
Sparen voor virtuele Voice-ervaring met DFFRNT Media
Taco Ketelaar, oprichter van DFFRNT Media, vertelt hoe het bedrijf op dit moment een virtual reality-ervaring creëert rondom The Voice in opdracht van TTC. De kijker kan onder meer ervaren hoe het is om als zanger op het podium te staan of in de jury te zitten. Het is de bedoeling om de experience als loyalty programma aan retailers te verkopen. Hoe meer mensen sparen, hoe meer ze kunnen doen binnen de VR-experience en hoe meer ze te zien krijgen. Ketelaar vertelt dat tijd de lastigste factor is bij de productie. Het is complex om te maken en vraagt een eigen platform. Ketelaar verwacht dat VR met name in de sport belangrijk gaat worden: bijvoorbeeld zelf ervaren hoe het is om in de cockpit van een formule 1-wagen te zitten. DFFRNT Media had de huldiging van Feijenoord met de 360 graden-camera gefilmd. Grootste uitdaging volgens Ketelaar is zorgen dat je voldoende bandbreedte hebt.
Taco Ketelaar (DFFRNT) @ MJC from iMMovator on Vimeo.
Cleverlions vraagt aandacht voor je productie
Erik van Heeswijk van data- en contentspecialist Cleverlions komt nogal eens bij mediabedrijven over de vloer. Daar ziet hij vaak hetzelfde gebeuren, waardoor bedrijven niet het optimale uit hun producties halen.
Bij veel grote redacties zakt bijvoorbeeld de aandacht voor een productie af, zodra deze wordt gepubliceerd. Terwijl dat nu juist het moment is waarop het publiek pas aandacht voor de productie krijgt. Zo laat je als mediabedrijf veel kansen liggen om je productie te optimaliseren en meer aandacht te genereren. Van Heeswijk geeft de overweging mee om het publiek al van te voren te laten weten dat je met een verhaal bezig bent voor het creëren van meer engagement, en om de redactie ook na publicatie de ruimte te geven om met het verhaal bezig te zijn: bijvoorbeeld kop bijwerken, nog een extra verhaal schrijven of op Facebook zetten. “Iedereen denkt dit logisch is en al gebeurt, maar dat is niet zo.”
Een tweede aandachtspunt is het denken in kanalen. Als een verhaal op meerdere kanalen wordt gepubliceerd, worden vaak de algemene cijfers van de kanalen gebruikt om te laten zien hoe een verhaal scoort. Van Heeswijk stelt dat niet veel zegt en dat het veel zinvoller is om vast te stellen hoe een verhaal het op elk van die kanalen doet, zodat je de verhalen beter kan maken. Dit is de redactionele view op data. Hij geeft een korte demonstratie omnichannel grafieken lezen waarin duidelijk wordt dat uit het tijdsverloop in het kanalengebruik en de hoeveelheid views is af te lezen om welk soort bericht het gaat.
Erik van Heeswijk (Clever Lions) @ MJC from iMMovator on Vimeo.