Op 7 juli jl. vond op het Media Park te Hilversum de derde bijeenkomst plaats in het kader van het dit traject ‘Create Energy’. Hierbinnen wordt gewerkt aan het verkennen van cross-overs tussen de cross-media en energie sector. Professionals uit de beide sectoren gingen aan de slag met de vraag welke nieuwe data-gedreven diensten zouden kunnen worden ontwikkeld voor het versnellen van de energietransitie. Er werd vooral ingezoomd op energiebesparing voor consumenten op basis van inzicht in verbruik d.m.v. monitoring en presentatie.
Dit is de derde workshop in het kader van de Branche Innovatie Agenda met als focus crossovers tussen de creatieve industrie en de energie sector. In dit traject gaan iMMovator en TNO aan de slag met dienstenontwikkelaars die willen bouwen aan digitale pilotdiensten die gebruik maken van data over energieverbruik en de energieproductie. De kick-off voor dit traject vond plaats op 4 maart en stond in het teken van een eerste brede verkenning van de mogelijkheden die de energietransitie biedt voor crossovers tussen creatieve bedrijven en bedrijven in de energiesector. Lees hier het verslag van deze sessie. In de tweede bijeenkomst op20 mei stond de volgende vraag centraal: “Hoe kunnen de aanwezige partijen elkaar kunnen versterken om gezamenlijk nieuwe datagedreven diensten te ontwikkelen die gebruik maken van data over energieverbruik en de energieproductie?”. Lees hier het verslag van de tweede sessie.
Opening door Freek van ‘t Ooster
De middag werd geopend door Freek van ’t Ooster namens iMMovator. Hij gaf een samenvatting van de beide vorige sessies en lichtte een aantal beschikbare regelingen toe die gericht zijn op innovatie. Het betrof:
Voor meer informatie over de verschillende regelingen wordt verwezen naar de bijgevoegde slides.
Workshop 3 datagedreven diensten energiesector from iMMovator
Bekijk ook de slides van RVO over de MIT Regeling en Demonstratie Energie Innovatie (DEI).
Aan de slag: Inzicht in verbruik
Na de inleidende presentatie gingen de deelnemers verder op het punt waar men tijdens de tweede workshop was gestopt. De doelstelling van de bijeenkomst was om de proposities van de vorige sessie aan te scherpen en om aan de hand daarvan te komen tot concrete vervolgstappen en mogelijk verdere samenwerking in gang te zetten. De drie proposities waarmee werd getart waren:
In de sessie werd de eerste propositie onder handen genomen. Belangrijke vragen daarbij waren: Wie kan en wil de verantwoordelijkheid dragen? Wat kan er concreet geleverd worden door elk bedrijf? Waarin kan er nog verder ontwikkeld worden? En hoe kunnen we ons onderscheiden van diensten en producten die al op de markt zijn?
De groepen deelnemers gingen aan de slag door eerst een profiel van de klant te schetsen om vervolgens een beeld te krijgen van de problemen waar hij tegen aan loopt m.b.t. energie. Op basis van de aldus opgedane inzichten probeerde men tot oplossingen te komen die waarde creëren voor de consument en eventuele problemen kunnen wegnemen. Conclusie van de twee groepen luidde dat de twee grote uitdagingen zijn om aan de ene kant data te vertalen in betekenisvolle informatie en aan de andere kant de kernmomenten te identificeren die het gedrag van consumenten beïnvloeden.
Gat in de markt: de kleine winkelier
De eerste groep besloot zich te richten op de kleine winkelier of de kleine retailer. Deze heeft geen professionals in dienst die zich bezig houden met energie of productieoptimalisatie. Verder is hij prijsbewust en wil hij het graag beter doen dan concurrenten, maar heeft hij niet veel tijd om zich bezig te houden met keuzes op het gebied van energiegebruik. Voor hem is de klant altijd koning. Eventuele aanpassingen mogen dus niet ten koste gaan van de klant. Wat betreft energie is het voor hem lastig zijn jaarlijkse nota te analyseren en een precies beeld te krijgen van zijn energiegebruik. Hij weet bijvoorbeeld niet hoeveel energie hij heeft per productie-eenheid gebruikt.
De oplossing die groep bedacht, kan worden vergeleken worden met ‘Toon’ van Eneco. In feite is het een display die het energieverbruik aangeeft. Verder zou het apparaat aan de hand van verkoopdata en weervoorspellingen de winkelier (bijvoorbeeld een bakker) moeten kunnen adviseren hoeveel er ingekocht danwel geproduceerd moet worden en wanneer. Daarnaast zou hij aan de hand van weergegevens bezoekersaantallen kunnen voorspellen en geeft hij aan hoe men het wat energiegebruik doet t.o.v. andere retailers in dezelfde branche.
Vervolgstappen voor deze propositie zijn:
Het kan zo veel gemakkelijker
Het tweede team benaderde de vraag wat geschikte producten of diensten zouden kunnen zijn vanuit het perspectief van de verschillende consumentensegmenten die kunnen worden onderscheiden. Een belangrijke segmentatie lijkt op basis van ‘benefits’ gemaakt te kunnen worden: zijn klanten vooral geïnteresseerd in het leveren van een bijdrage aan een duurzame wereld, in het besparen van kosten of in gemak? Met name het laatstgenoemde segment krijgt volgens de groep op dit moment nog onvoldoende aandacht in de energietransitie.
Voor dit segment is globaal bepaald wat de belangrijkste problemen zijn, en daaruit kwamen ‘gedoe’ en ‘vele afhaakmomenten’ naar voren. Het team heeft afgesproken om na de zomer opnieuw bij elkaar te komen, en wil dan de ‘customer journey’ voor de gemak-georiënteerde energiegebruiker uitwerken: wat zet deze consument aan tot handelen, op welke momenten is er een extra impuls nodig, en welke proposities zouden kunnen worden ontwikkeld om juist deze groep aan te spreken?
Beide groepen waren tevreden met de uitkomst van de workshop en zijn van plan om na de zomer verder te werken aan de proposities, in ongeveer dezelfde groepen.