4 december 2015
Data

ThingsCon: de toekomst laten zien

Het Volkshotel in Amsterdam stond 4 december 2015 in het teken van Internet of Things. Designers, ontwikkelaars en whizzkids komen bij elkaar voor ThingsCon Amsterdam. In het ochtendprogramma kwamen twee inspirerende presentaties aan bod. Matt Cottem nam het publiek mee naar de wereld van Tellart, waar onzichtbare dingen zichtbaar gemaakt worden. Nadya Peek vertelde vol passie over de machines die zij maakt, waardoor Internet of Things voor veel meer mensen toegankelijk wordt.

Geleyn Meijer, voorzitter van het domein Economie en Management van de HvA, opende de dag en heette de deelnemers welkom in het Volkshotel, op de Knowledge Mile van Amsterdam. De Knowledge mile kan gezien worden als een fieldlab waar geëxperimenteerd kan worden met nieuwe toepassingen op het gebied van design en technologie.

Na het welkomstwoord van Geleyn Meijer gaf Iskander Smit van Info.nl en een van de initiatiefnemers van ThingsCon een korte introductie. Doordat een product connected wordt, verandert volgens Iskander ook de kern van het product en hoe we het gebruiken. Door hiermee te experimenteren en het te gebruiken kom je tot nieuwe ontwerpen en uitdagingen. En dat doet Iskander het liefst samen met andere partijen, vandaar dat er op ThingsCon naast inspiratie ook veel ruimte is voor het delen van je ervaringen, opdoen van nieuwe contacten en zelf experimenteren.

Matt Cottam: het onzichtbare zichtbaar maken met Internet of Things

Vervolgens nam Matt Cottam het publiek mee naar het werk van Tellart. Hij richtte zich in zijn speech op dingen die het onzichtbare zichtbaar maken, het ontastbare tastbaar en ons helpen na te denken over de toekomst. Een speech over het bijzondere werk van Tellart dat interactieve objecten en omgevingen maakt die verbonden zijn met internet.

Chrome Web Lab: het web komt tot leven

Een project waar Matt trots op is, is de tentoonstelling Web Lab die ze met Google en het Science Museum London maakten om te laten zien hoe het web werkt. In de tentoonstelling kwamen onzichtbare processen tot leven, bijvoorbeeld hoe en wat voor afstand een mailtje aflegt dat je van Europa naar Amerika verstuurt. Maar ook door zelf dingen te doen, kom je erachter wat er voor mooie dingen mogelijk zijn door het web. Kijk bijvoorbeeld via een kijker in een bak met haaien. De haaien bewonder je via een scherm, maar de beelden zijn live, omdat ze live gestreamd worden vanuit Zuid-Afrika.

Een belangrijk aspect van de tentoonstelling is dat je hem niet alleen in het museum, maar ook online kunt ervaren. Daarbij is de online ervaring geen slap aftreksel van de fysieke experience, maar kun je er juist nieuwe en extra dingen doen, die minstens even spannend zijn als de activiteiten in het museum. Zo kun je bijvoorbeeld een orkest in het museum spelen de noten laten spelen die jij online intoetst. Daarbij je leer je ook meteen omgaan met vertraging die er zit tussen jouw acties en de acties van het orkest. Of speel online mee met de robots die in het museum interacteren met de bezoekers. Als bezoeker van het museum in London kun je dus zomaar met iemand uit Vietnam spelen. Dat past ook helemaal bij het idee achter de tentoonstelling: participeren om bepaalde mechanismen inzichtelijk te maken.

Beelden van de toekomst realiseren

Een andere reeks inspirerende projecten die Matt tijdens ThingsCon presenteerde, is de serie experiences over de toekomst in Dubai. Bezoekers van internationale summits bezochten deze installaties als voorbereiding op hun besprekingen. In een door Tellart gecreëerde omgeving kun je ervaren hoe we in de toekomst reizen door de stad en internationaal. De experiences zijn niet alleen bedoeld om je inzicht te geven hoe de toekomst eruit zou kunnen zien, maar vooral om het debat over de toekomst aan te zwengelen. Als we straks in self-driving cars rondrijden, zou je je kinderen dan nog naar school brengen? Als er hersenimplantaat is waardoor je 10 jaar langer kan leven, zou je dan een operatie ondergaan? De installaties, die gecreëerd zijn met connected producten maken het makkelijker om de toekomst in te beelden en erover na te denken.

Bekijk hier het filmpje over The Museum of Future Goverment Services 2015.

Nadya Peek: Things that make things

Nadya is een Nederlandse PhD student op de MIT Center for Bits and Atoms in Boston. Ze werkt aan digitale fabricatie tools, communicatie protocols voor machines en technologie voor mensen. Nadya omschrijft haar werk als: “I make things that make things that make things’

Er bestaan miljoenen machines die worden gebruikt voor massaproductie. Maar hoe maken we het toegankelijker en makkelijker om zelf een machine te bouwen? Hoe maak je bijvoorbeeld een 3D printer die je meeneemt in je koffer? Dit is makkelijker gezegd dan gedaan. Persoonlijke fabricatie is dan ook wat Nadya het meest inspireert.

Neem als voorbeeld de markt Huaqiangbei in Shenzhen (China), de grootste elektronische markt ter wereld. Hier staan honderden retailers hun producten te verkopen. Alles op het gebied van elektronica wordt hier op kleine schaal geproduceert. Ben je de kleur van je telefoon zat? Wil je liever roze dan paars? Alles is hier wordt hier gemaakt in slechts 5 minuten. Nadya heeft zelf een zwakte voor grappige, kleine telefoons die op kleine schaal worden geproduceerd en hier te koop zijn.

Fablab de bibliotheek van de toekomst

In haar vrije tijd werkt Nadya als vrijwilligster bij een Fablab (Fabrication Laboratory). Een Fablab is een openbare werkplaats waar iedereen de mogelijkheid heeft om zijn eigen idee tastbaar te maken. Met behulp van moderne digitale productiemiddelen kun je hier je eigen apparaat ontwerpen en fabriceren. Nadya noemt deze Fablabs de “bibliotheken van de toekomst”. Op de Fab Academy leren studenten om hun ideeën en prototypes uit te werken door ervaring op te doen met digitale fabricage tools. Een variëteit van codes worden hier omgezet in fysieke objecten. De Fab Academy is ontwikkeld door het Center for Bits and Atoms (CBA) van het MIT.

Er is volgens Nadya nog steeds een groot gat tussen de Fablabs en de massaproductie. Maar hoe verkleinen we dit gat? Daarvoor is Nadya continue aan het experimenteren met nieuwe machines. Een Fablab dat je in een koffer kunt meenemen bijvoorbeeld, en ter plekke in elkaar kunt zetten tot PopUp Fablab. Of een constructie die gebasseerd is op Google Cardboard, waarmee je zelf een machine in elkaar knutselt die 3D kan printen. Door middel van deze vernuftige, kleine machines komt het Internet of Things steeds dichter naar de maatschappij toe, en wordt het experimenteren en maken van connected producten steeds toegankelijker.

Nadya peek – Things That Make Things from ThingsCon Ams

Making Machines That Make: Fab Academy Cardboard Machine Construction Kit from nadya on Vimeo.

PopFab Episode 1 – Introduction from Ilan Moyer on Vimeo.

Paul Hekkert: Neem tijd om te experimenteren én te reflecteren

Na de twee enthousiasmerende presentaties kwam Paul Hekkert, hoogleraar vormtheorie aan de faculteit Industrieel Ontwerpen Technische Universiteit Delft, aan het woord. Hij stelde de vraag: waar gaat het naar toe, als alles met elkaar verbonden is en er geen beperkingen meer zijn? Of nog belangrijker: waar willen we dat het naar toe gaat? Hij haalde de Self Determination Theory aan en benadrukte dat het, naast het experimenten, ook belangrijk is om soms op een ander niveau te reflecteren op de ontwikkelingen. Wat voor impact heeft de techniek op onze competence, autonomy en relatedness? Het is zeer nuttig om te spelen met de nieuwe techniek en nieuwe kansen te ontdekken, maar vergeet niet om ook af en toe stil te staan bij de reden waarom we dingen doen.

Lees hier het verslag van het tweede en derde deel van ThingsCon.