9 december 2015
Data

ThingsCon: Connected things ontwerpen

In het tweede deel van de IoT conferentie ThingsCon, gehouden op 4 december, stond in het teken van het ontwerpen van connected producten. Waar moet je rekening mee houden bij het designen van IoT toepassingen? Hoe gaat de gebruiker om met connected producten? Hoe verzamel je feedback? Claire Rowland (UX designer) en Martijn Thé (Pebble) deelden hun visie en ervaringen met de ruim 200 aanwezigen Internet of Things enthousiastelingen.

Voor de keynote presentaties van Claire Rowland en Martijn Thé vroeg Marcel Schouwenaar aandacht voor de IoT manifesto. Marcel Schouwenaar, één van de organisatoren van ThingsCon Amsterdam 2015, deelde zijn visie op de culturele verandering in de IoT. Waar de IoT voorheen vooral “techy” beschouwd werd, worden IoT producten steeds meer geliefd onder de gewone mens.

Als voorbeeld noemt Marcel de connected tandenborstel van Philips, die kinderen motiveerde om regelmatig hun tanden te poetsen. Deze motivatie liep alleen uit de hand waardoor kinderen te veel gingen poetsen, wat resulteerde in een bloedend gebit. Ook noemt Marcel een ander project waarbij fietsenbedrijf Vanmoof, in samenwerking met Spinlister, een huursysteem hebben gerealiseerd om fietsen uit te lenen aan vrienden.

Schouwenaar ziet niet alleen producten die zichzelf integreren in de dagelijkse praktijken of belangen van mensen, maar er ontstaan steeds meer objecten die niet alleen probleemoplossend werken. Deze objecten zijn voorwerpen die we gewoonweg willen hebben in ons leven. De grootste uitdaging voor de IoT is het winnen van vertrouwen. De gebruikers maken zich druk om hun privacy en verwachten dat ze de controle kwijt zullen raken over hun gegevens en ze zijn bang dat ze eventueel gehackt zullen worden.

Volgens Marcel wordt hij vaak beschreven als een technologie criticus, maar hij is eigenlijk optimistisch over de toekomstige ontwikkelingen. Daarom pitcht hij continu de IoT manifesto, een richtlijn van designers voor designers. Dit manifesto levert tools die leiden tot actie en ze geven toegang tot design. Schouwenaar meldt dat er begin 2016 een stichting wordt gestart voor verantwoordelijk IoT, gefocust op het creëren van bewustzijn, assessment tools en standaarden voor een meer gewenste IoT. De stichting werkt samen met bedrijven en organisaties en wil nieuwe manieren vinden om de IoT te verbeteren.

Claire Rowland –  Hoe ontwerp je ‘Things that make sense’?

Vroeger waren er allerlei glanzende beelden over het Internet of Things waarbij alles met alles kan praten. Maar de realiteit is minder shiny; er kan namelijk ook van alles mis gaan. Claire Rowland (Independent UX Designer) benadrukte tijdens haar speech elementen waar je als UX designer op moet letten bij het ontwerpen van connected producten.

Connected producten zijn vaak complexer dan consumenten vermoeden. Ze begrijpen vaak het systeem niet wat er achter schuil gaat en hebben daardoor andere verwachtingen van IoT toepassingen. Claire zoomt in op het conceptuele model van een connected product en de interusability.

Conceptuele model: leg het uit of maak het simpeler

Het conceptuele model van een connected product is complexer dan een regulier product. Om dat goed te begrijpen moeten gebruikers eigenlijk iets weten over systeem modellen; welke bit doet wat? Welke code zorgt waarvoor? En wat gebeurt er als de verbinding weg valt? Designers kunnen gebruikers helpen uitleggen hoe het systeem in elkaar zit, bijvoorbeeld door elementen te laten zien bij het gebruik. Sommige apps laten bijvoorbeeld zien hoe sterk de verbinding is en of een connectie met een hub tot stand komt. Aan de andere kant kun je er ook voor kiezen om het conceptuele model te versimpelen. Heel vaak hoeven gebruikers namelijk ook niet precies te weten hoe het in elkaar zit.

Interusability: compositie, consistentie en continuïteit

Als het gaat om interusability zijn drie elementen belangrijk:

  • compositie, ontwerp functionaliteiten die passen bij de context van het gebruik (is draaien logisch, of bijvoorbeeld klikken?)
  • consistentie, gebruik overal dezelfde terminologie en namen
  • continuïteit, laat de gebruiker zien dat er iets gebeurt, dat het productie iets doet en of dit is gelukt of niet

Voor wie meer wil weten over de elementen waar je als designer rekening mee moet houden, Claire heeft er een uitgebreid boek over geschreven; Designing Connected Products. Drie ThingsCon bezoekers werden blij gemaakt met een exemplaar. Clair sluit tenslotte af met een quote van Larry Tesler (voormalig VP van Apple): “As you make the user interaction simpler you make things more complicated for the designer or engineer”.

Telemetry bij Pebble

Martijn Thé is een software engineer bij Pebble, een smart watch bedrijf. Thé opent zijn presentatie met het verhaal over hoe het idee van een smart watch is ontstaan door de uitvinder. Dit gebeurde tijdens het fietsen, toen de uitvinder een berichtje kreeg, maar zijn telefoon niet uit zijn zak durfde te pakken omdat hij bang was dat die in de gracht zou belanden waar hij net langs fiteste. In zijn speech richtte Martjin zich vervolgens op Telemetry, een geautomatiseerd communicatie proces waardoor bedrijven hun gebruikers kunnen begrijpen en problemen kunnen verhelpen.

Telemetry is een kernproces om het product continu te verbeteren na uitgave. Aanvankelijk ondervonden de consumenten van Pebble technische problemen, alleen beschikte Pebble niet over de juiste data om deze problemen te verhelpen. Zodoende werd de smart watch geüpdate met een nieuwe software waarin data logs bijgehouden worden en waarin een support file te vinden is, mocht de smart watch crashen. Deze support file wordt doorgestuurd naar het bedrijf, waarna engineers aan de slag kunnen om het product te verbeteren.

Ondanks de data logs miraculeus werken voor de engineers en de techniek, brengt dit de nodige privacy vraagstukken met zich mee. Pebble werkte ook samen met data scientists die kwantitatieve user insights verleenden. De slaap-modus is o.a. tot stand gekomen als gevolg van vergaarde data. Echter vermeldt Thé dat Pebble alleen de verzamelde data inzet om technische problemen te verhelpen en de data niet gebruikt om het te helpen.

Lees hier het verslag van het eerste en derde deel van ThingsCon.