10 september 2018
Dutch Media Innovators internationalisering Business

America 1st – Netherlands 2nd: 7 tips om business op te starten in de VS

Wat werkt goed als het gaat om zakendoen in de VS? Een goed netwerk, een innovatief product dat je op grote podia presenteert, begrip van de Amerikaanse cultuur én taal, een beetje geluk hebben met de keuzes die je maakt, maar ook een flinke zak geld zijn handig om je business op te starten in Amerika. Dat bespraken Nederlandse ondernemers op de Dutch Media Week tijdens het event ‘America 1st – Netherlands 2nd’, georganiseerd door Media Perspectives en Beeld en Geluid.

1. Investeer – zakendoen in de VS is duur

Zakendoen in Amerika is volgens 24i-oprichter Hans Disch één grote paradox. “Aan de ene kant wil je met zo weinig mogelijk geld zo ver mogelijk komen. Maar aan de andere kant heb je juist knetter veel geld nodig om voet aan de grond te krijgen. Hotels, parking, het kost allemaal veel geld in de USA. Maar als je eenmaal succes hebt in Amerika, dan komt het geld óók met grote hoeveelheden binnen vanwege de schaalgrootte”.

Hans Disch (24i Media)

2. Steek veel tijd in het opbouwen van een netwerk

Naast dat het opstarten van business veel geld kost, kost het ook veel tijd, geeft Omar Niamut van TNO aan. Belangrijk is om je netwerk op te bouwen bij het starten van je business. Bijvoorbeeld door te spreken op grote events, of met een stand aanwezig te zijn. “Overigens hoef je niet altijd een eigen stand te hebben – je kunt ook de stand van een (Amerikaanse) partner gebruiken om je afspraken op te plannen of demo te laten zien”, licht Omar toe. Hans vult aan: “Vergeet ook Nederlanders in Amerika niet – zij kunnen je helpen met de juiste mensen in contact te komen uit hun netwerk.

3. Onderschat de cultuurverschillen niet

“Je denkt dat hun cultuur erg op die van ons lijkt, maar niets is minder waar”, vertelt Hans Disch. “Je snapt die Amerikanen soms echt niet!”. Een sales agent die bekend is met deal-closing in Amerika is zeker nuttig. “Dat was wat ons nog tegenviel bij het opstarten van onze business in de VS”, vertelt Ralf Verhoef (oprichter Angry Bytes): “De vele lagen als het gaat om decision making”. “Maar: als je eenmaal hun vertrouwen hebt gewonnen, gaan Amerikanen er wel helemaal voor en doen er alles aan om je te helpen”, vult Hans aan. Een sales agent is ook belangrijk als het gaat om taal. Business Engels is namelijk wel wat anders dan het Engels dat wij Nederlanders op school leren.

Ralf Verhoef (Angry Bytes)

4. Wees uniek in je aanpak, en aarzel niet om te spammen

Marjan Blumberg o.a. werkzaam als US-liaison en managing director van B. New York City: “New Yorkers zijn heel direct, maar hebben een concentratiespan van 30 seconden. Daarom is het belangrijk om kort en krachtig face-to-face contact te hebben en daarna meteen follow-up te geven via e-mail. Daarin kun je veel verder gaan dan hier in Nederland. 10 e-mails nasturen is niet onbeleefd of ongewoon!”. Stephan van de Wall (RVO) beaamt dit: “Onderzoek doen is key. Je moet een goede trigger in je boodschap hebben zitten. Stuur bijvoorbeeld beeldmateriaal op om meer top of mind te blijven”.

5. Laat jezelf zien op grote events

Danny Frietman is medeoprichter van New Dutch Wave – een beweging die het Nederlandse ondernemerschap op SXSW in the spotlight zet. Een grote groep Nederlandse bedrijven surft mee op de golf van New Dutch Wave en presenteert zich in panels en stands op SXSW. Babak Mirzaie (co-founder en CEO van Expivi) heeft deelgenomen aan New Dutch Wave en kijkt met een goed gevoel terug: “We zijn mee geweest om ons te presenteren zodat we makkelijk contacten konden opdoen. Zakendoen in de VS is gewoon duur. Wij waren op zoek naar hoe je dit zo goedkoop mogelijk kon doen en er zoveel mogelijk uit kan halen”.

Ook Beeld en Geluid zette hierop in, door twee keer te speken in twee panels op SXSW, vertelt Johan Oomen van Beeld en Geluid. Daardoor kwamen ze in nieuwe communities terecht waar zij een belangrijke rol in vervullen. Uiteindelijk ging Beeld en Geluid zelfs een samenwerking aan met MIT!

6. Doe mee aan internationale competities

Babak raadt iedereen ook aan om mee te doen met internationale competities. Zijn startup Expivi (een online platform voor het personaliseren in 3D en VR) deed bijvoorbeeld met succes mee aan de Startup League en mag zichzelf in Las Vegas presenteren. Marjan Blumberg heeft in opdracht van Media Perspectives onderzoek gedaan naar welke congressen, beurzen, prijscompetities en andere events in de VS geschikt zijn om als Nederlands bedrijf aan deel te nemen. Een handig overzicht dus voor zowel journalisten, data scientists, videoproducenten als reclamemakers. Download hier het rapport.

Marjan Blumberg

 

7. Doe mee aan een Partners for International Business Programma

24i Media, AngryBytes, TNO, Beeld en Geluid en MediaMonks bundelden hun krachten in Dutch Media Innovators (DMI) – een Partners for International Business programma. De Nederlandse mediabedrijven hielpen elkaar bij het opzetten van business in de VS door onder meer samen te werken in promotie en matchmaking, kennisuitwisseling en netwerken. Samen sta je sterker, en dat hebben de bedrijven zeker ervaren. Omar: “Samen met de andere bedrijven konden we diverse events bezoeken en elkaar hebben ons netwerk uit te breiden.”. Hans: “Ook was het fijn om van gezamenlijke faciliteiten gebruik te maken, bijvoorbeeld om de werking van een Amerikaans pr-bureau uit te proberen”.

Maar er waren ook wat punten die beter konden. Omar raadt alle bedrijven aan die overwegen mee te doen aan een PIB om goed na te denken over een gemeenschappelijk doel. “Bij ons waren er veel verschillen tussen de bedrijven waardoor het pad naar een gemeenschappelijk doel vinden soms lastig was”.

Omar Niamut (TNO)

Partners for International Business is een subsidie van RVO en heeft tot doel Nederlandse (top)sectoren op kansrijke markten in het buitenland te positioneren. Voor het Nederlandse bedrijfsleven en de uitvoering van het PIB-programma zet de overheid onder andere haar buitenlandnetwerk in. Stephan van de Wall: “Het programma is erg gericht op de individuele bedrijven en is daarmee een uniek en mooi programma van RVO. Er is 475 miljoen euro subsidie beschikbaar voor PIB’s en er komt nog meer”. Meer informatie over het PIB is te vinden op de website van RVO.

Als onderdeel van het PIB hebben TNO en Beeld en Geluid een aantal onderzoeken kunnen verrichten gericht op de Amerikaanse markt. De resultaten zijn samengevat in onderstaande whitepapers:

Fotografie: Paul Ridderhof