Dankzij de filterbubbel en nepnieuws op Facebook zou Trump president zijn geworden. Maar klopt dat? Peter Smet Innovatie- en procescoördinator Stimuleringsfonds voor de Journalistiek (SVDJ) deed wat factchecking en vond een fundamentelere oorzaak. Uit Amerikaans media-onderzoek blijkt dat niet Facebook, maar Fox en CNN de primaire nieuwsbronnen waren voor 19 resp. 13 procent van de kiezers. Slechts 8 procent noemde Facebook als primaire bron. Smet zocht ook naar het bewijs dat de beïnvloeding door de sociale kring en de algoritmes van Facebook van grote invloed zijn geweest op de verkiezingsuitslag. Maar ook die cijfers waren niet overtuigend. Het echte probleem is volgens Smet dat 85% van de mensen nepnieuws niet herkent en dat wie nepnieuws wel herkent, de pers wantrouwt. Het vertrouwen in de pers is volgens de cijfers van Smet lager dan het vertrouwen in banken, ambtenaren en de tweede kamer. Volgens Smet maakt Trump van het heersende wantrouwen handig gebruik. Aan de journalistiek de taak om het vertrouwen terug te winnen. De SVJD heeft 550.000 euro ter beschikking voor innovatieve projecten die bijdragen aan het herstel van vertrouwen in de pers. Een van die projecten is Publicism. Het ontwikkelingsgeld wordt vergeven in tranches van 35.000 euro, genoeg om een prototype te maken of pilot te draaien.