Er liggen enorme kansen voor Nederlandse producenten van films en series. Dat zei Sjef Pijnenburg, de CEO van ODMedia, in het programma MediaMatters op New Business Radio. “Een succesvolle Nederlandse productie wordt misschien aan 10 à 15 landen verkocht. Ik denk dan: er zijn nog 180 andere landen waar consumenten die titel niet kunnen zien”. Nederlandse producenten moeten zich actiever opstellen, vindt Pijnenburg. “Er gaat een enorme shift plaatsvinden in kijker én budgetten richting on demand.”
In 2004 startte Sjef Pijnenburg zijn bedrijf in video on demand. Als ‘first mover’ plukt hij bijna 15 jaar later de vruchten van die stap. ODMedia is een van de acht spelers (de zogeheten approved aggregators) in de wereld van videodistributie met rechtstreekse toegang tot platformen als Netflix, YouTube, iTunes en Amazon. Een bijzondere positie voor een betrekkelijk klein bedrijf (75 werknemers) uit Nederland. “Ik zag al eind jaren negentig een gat in de markt. Destijds werkte was ik bij KPN betrokken bij de lancering van een aantal video on demand platformen. Ik heb toen toestemming gevraagd om m’n eigen bedrijf te starten. Aanvankelijk was het idee om het binnen KPN te doen, maar dat paste niet in de strategie.” Sjef kan een glimlach niet onderdrukken. “Ja, daar denkt KPN misschien nu wel anders over.”
‘Er zijn veel dingen die ODMedia uniek maken”, zegt Sjef Pijnenburg. “We zijn een one-stop-shop voor partijen die beschikken over premium video en die wereldwijd willen distribueren. Die distributie heeft bij ons twee kanten en dat is ook uniek. Aan de ene kant verzorgen we het technische proces waarbij we een film, serie of documentaire helemaal klaarmaken voor on demand. De status van voorkeursleverancier die we hebben bij die global OTT-platformen, is er ook op commercieel gebied. En dat maakt het nog unieker. Waar een hoop partijen een puur technisch karakter hebben, ondersteunen wij ook de commerciële distributie van premium video. Een gemiddelde distributeur of rechthebbende kan zijn content niet zo maar op iTunes plaatsen. Dat moet via een ‘approved aggregator’. Wij zijn dat. We weten dus technisch én commercieel de weg te vinden naar de grote spelers.”
Wat is volgens Pijnenburg de volgende stap voor ODMedia? “We hebben de afgelopen 15 jaar heel hard gebouwd aan het ecosysteem. Rechthebbenden willen we volledig ontzorgen bij de distributie van hun films en series. Ik denk dat we met dat proces zo goed als klaar zijn. Ik denk wel dat er nog wat innovatie gaat plaatsvinden, zoals geautomatiseerd toevoegen van metadata en ondertiteling. Voor ons is het nu zaak commercieel meer actief te zijn wereldwijd. We willen in alle landen sales doen. We hebben nu saleskantoren in Spanje, Scandinavië, België, de UK en Duitsland. Maar daar moeten de komende tijd nog 10 tot 15 landen bijkomen.”
Er staat nog het een en ander te gebeuren, zegt Pijnenburg. “Kijkers én budgetten gaan een grote shift maken naar de wereld van on demand. Er liggen enorme kansen voor Nederlandse producenten van films en series. Wanneer je nu een succesvolle Nederlandse productie hebt, wordt die uiteindelijk aan een international sales agent gegeven. Die gaat ermee naar Cannes en diverse beurzen. Een succesvolle Nederlandse productie wordt misschien aan 10 à 15 landen verkocht. Het enige wat ik dan denk is: er zijn nog 180 landen die die titel niet kunnen zien. Wij willen daar een belangrijke rol in spelen. Wij willen zorgen dat video toegankelijk is, of het nou huur is of koop, voor iedere consument in de wereld. Met de platformen die wij bedienen, Netflix, YouTube iTunes noem maar op, kunnen wij een wereldwijde propositie bieden.”
Die kansen worden niet altijd gezien, legt Pijnenburg uit. “Ik heb bij het Filmfonds al eens aangegeven dat we voor een beperkt budget ervoor kunnen zorgen dat een Nederlandse productie in 120 landen beschikbaar is voor consumenten. Aan dat idee moeten ze nog even wennen”, zegt Pijnenburg cynisch. “De Nederlandse manier van film produceren is heel erg gericht op het volgende project. Men is minder gericht op het exploiteren van de productie.” Maar er liggen kansen, zegt Pijnenburg. “Neem de serie Undercover. We hebben die bijvoorbeeld wereldwijd uitgeleverd aan Netflix. Daar kunnen ook voor Nederlandse series serieuze dingen gaan gebeuren.”